Nieuws

Biometrie onder de loep

 

 

Maar eerst even een stapje terug. Biometrie is – letterlijk vertaald uit het Grieks – het meten van het leven. In die zin betekende ‘biometrics’ aanvankelijk vooral: het verzamelen en analyseren van cijfergegevens over biologische omgevingen zoals een bos of woestijn. Pas de voorbije twintig jaar werd de term meer geassocieerd met het gebruik van fysieke kenmerken van een persoon om deze te herkennen.
De meest gekende vormen van biometrie zijn vingerafdrukherkenning en spraakherkenning. Spraakherkenning is in meerdere opzichten een categorie apart. Ten eerste hoort het tot de zogeheten ‘behavioral’ biometrie, waarbij niet een echt lichaamskenmerk wordt gebruikt als identificatie, maar een uniek gedragskenmerk van een persoon. De redenering hierbij is dat bij spraakherkenning niet alleen naar de fysieke kenmerken van de stem wordt geluisterd maar ook naar veranderlijke elementen zoals intonatie en klemtonen. In de categorie ‘behavioral’ biometrie vinden we ook de analyse van handtekeningen en zelfs identificatie op basis van de manier waarop het toetsenbord wordt gebruikt, want ook dat zou blijkbaar voor elke mens uniek zijn.
Ten tweede wordt de term ‘spraakherkenning’ gebruikt voor twee verschillende technologieën: enerzijds herkenning van wie iets zegt, en anderzijds herkenning van wat er wordt gezegd. Deze laatste vorm van herkenning wordt meestal niet tot de wereld van de biometrie gerekend omdat hij niet als identificatiemiddel wordt gebruikt.
Naast de ‘behavioral’ biometrie is er ook de ‘physiological’ biometrie, waarbij de identificatie gebeurt op basis van een specifiek onveranderlijk (deel van een lichaamsdeel). Vingerafdrukherkenning is hier de bekendste en oudste vorm van biometrie, die dateert van ver voor het digitale tijdperk. Andere lichaamsdelen die voor biometrie worden gebruikt, zijn: gelaat, de handpalm, handaders, iris van het oog, retina en zelfs het oorkanaal. Ten slotte is er ook de DNA-test maar wist u dat ook geurherkenning een erkende vorm van biometrie is? De accuraatheid laat te wensen over maar universeel aanwezig is het in elk geval wel.

 

Privacy

Tegen 2015 zou volgens sommige experts de biometrie zo ver gevorderd zijn dat ze probleemloos het gedoe met paspoorten en andere veiligheidscontroles overbodig maakt. Maar zo ver zijn we vandaag duidelijk nog niet. Eén van de problemen die de veelgeplaagde Terminal 5 op Heathrow ondervond, was onder meer met het systeem van vingerafdrukken dat voor alle passagiers van kracht zou worden. Maar hier was het geen technisch probleem: het systeem werd in de diepvriezer gestopt omdat twijfels rezen over de wettelijkheid van biometrische controles.
De zwaarste horde die biometrie nog moet nemen, heet ‘privacy’. Velen zijn bezorgd over wat met de biometrische gegevens kan gebeuren zodra ze zijn ingelezen. Daarom voorziet onder meer Australië bijkomende privacywetgeving voor biometrische gegevens om rekening te houden met de “gevoelige” aard van biometrische gegevens. Niet toevallig in Australië overigens: dit land is het eerste ter wereld dat in bepaalde luchthavens (Brisbane en Cairns) al volledig operationele gezichtsherkenning gebruikt aan de douane. Tegen volgend jaar zouden alle Australische luchthavens over dit systeem beschikken. Anderzijds merkt men aan de andere kant van de wereldbol dat geen toerist nog maalt om de vingerafdrukken die men prijsgeeft voor men de Verenigde Staten binnen mag. Ook in de biometrie werkt men blijkbaar met twee maten en twee gewichten.
Maar ook over de bruikbaarheid van de technologie zelf rijzen nog vele vragen. Noch de vingerafdrukken, noch de iris- of retinascans kunnen een honderd procent accuraatheid garanderen. Bij biometrie spreekt men over false accept rate (FAR) enerzijds en false reject rate(FRR) voor de kans dat de technologie respectievelijk een niet-geautoriseerde persoon toch toelaat en een geautoriseerde persoon niet herkent. Voor vingerafdrukherkenning ligt de FAR en FRR maximaal op 2 procent, voor irisherkenning op maximaal 1 procent (in de allerbeste omstandigheden scoort de FAR zelfs 0,0001 procent).
Een 100 procent accuraatheid kan men dit nog lang niet noemen, zeker in een dagelijkse werkomgeving. Als enige identificatiemiddel heeft biometrie dus nog een hele weg af te leggen. Maar vergelijk dit eens met alternatieven zoals wachtwoorden. Hoe vaak worden de wachtwoorden niet opgeschreven op een post-it die zomaar voor het grabbelen ligt? Dan is de kans op fraude nog een heel stuk hoger.
Toch heeft biometrie zijn reputatie wat tegen. Dit wordt in de hand gewerkt door minischandaaltjes zoals onlangs in Duitsland. Daar had de zogeheten Chaos Computer Club een originele manier gevonden om te protesteren tegen minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Schauble, een groot voorstander van biometrie als wapen in de strijd tegen terrorisme: ze bemachtigden zijn vingerafdrukken via een glas waaruit hij had gedronken en kopieerden het op duizenden stukjes plastic die ze meestuurden met hun ledenblad. Gevolg:duizenden lezers konden zich moeiteloos voordoen als minister Schauble in de luchthaven en op andere door biometrie beveiligde plaatsen.

 

 

Voorlopig wordt biometrie dan ook meestal gebruikt in combinatie met een wachtwoord of met een smartcard. Maar de verwachtingen zijn hooggespannen. En ze worden gevoed met zeer concrete resultaten. Ook dicht bij huis zijn intussen bescheiden maar hoopgevende successen geboekt. Neem bijvoorbeeld de vrij recente beslissing van een twintigtal lokale Belgische politiediensten om SteriaFIT, een automatisch vingerafdruksysteem te installeren. Met dit systeem kunnen politiediensten zelf digitaal vingerafdrukken aanmaken, of op papier gemaakte afdrukken inscannen, en ze vervolgens doorsturen naar een centrale database. Tegelijk kunnen ze ook worden vergeleken met afdrukken die werden gevonden op plaatsen van misdaden uit het verleden. De systemen werden eerst geïnstalleerd in zones waar veel misdaad en transport van illegalen plaatsvindt. En telkens leidde het gebruik van het systeem tot positieve ‘matches’ tussen opgepakte misdadigers en misdaden uit het verleden. Maar ook de zones met minder criminaliteit konden al vruchten plukken van dit systeem. “We zien telkens wel een à twee ophelderingen van vroegere misdaden nadat het systeem is ingevoerd,” vertelt Mathieu Delnoy, account manager public sector bij Steria Belgie, de ICT-partner die deze systemen ontwikkelde en installeert, “terwijl de systemen eigenlijk vooral zijn aangekocht om het invoeren van afdrukken te vereenvoudigen en geen nodeloze tijd te verliezen bij het vergelijken met de centrale database.” Dat vereenvoudigen van afdrukken is meer dan het lijkt: vingerafdrukken nemen van een verdachte die niet wil meewerken is niet altijd een aangename job. Als de afdrukken dan mislukken en de agent moet herbeginnen kan dat tot de nodige stress en onvrede leiden. Met een digitaal systeem is de kans op mislukken veel kleiner en er wordt onmiddellijk een controle gedaan op de bruikbaarheid van de afdrukken.
Een vingerafdruk behoorlijk capteren en vergelijken wordt dan ook stilaan standaardprocedure en is de kinderschoenen al ontgroeid. Het beste bewijs hiervan vinden we bij de gerechtelijke politie: “Die willen niet meer hun tijd vergooien aan iets banaals als het vergelijken van ‘tenprints’ (van de verdachte afgenomen vingerafdrukken van alle tien vingers), zij zijn veel meer geïnteresseerd in het ‘matchen’ van ‘tenprints’ met ‘latents’ (vingerafdrukken gevonden op de plaats van de misdaad).” Of hoe ook biometrie aan zijn eigen wetten van Moore onderhevig is.
 

 

Waarom wordt geur wel als biometrisch kenmerk aanvaard en de lengte of de navelbuik bijvoorbeeld niet? Dat heeft alles te maken met de bruikbaarheid van een lichaamsdeel of –kenmerk voor biometrische doelen. De vaakst genoemde eigenschappen van een biometrisch kenmerk zijn:

– universeel: iedere persoon (zonder afwijkingen) moet over dit kenmerk beschikken;
– uniek: dit kenmerk onderscheidt elke persoon van ieder ander (hierdoor is bijvoorbeeld lengte uitgesloten);
– tijdloos: het kenmerk verandert niet doorheen de jaren, met het ouder worden van de persoon;
– gebruiksvriendelijk: het kenmerk is vlot te meten. Dit maakt vingerafdrukken bijvoorbeeld geschikter als biometrisch kenmerk dan een lijfgeur;
– doeltreffend: het kenmerk is accuraat en snel te herkennen met de technologie van vandaag
– geaccepteerd: de publieke opinie accepteert algemeen het gebruik van dit kenmerk voor identificatie;
– onvervalsbaar: het is moeilijk om dit kenmerk na te bootsen, waardoor het als controlemiddel moeilijk omzeild kan worden.

Aan de hand van deze eigenschappen kan elk lichaamsdeel of –eigenschap op zijn waarde als biometrisch kenmerk beoordeeld worden. Zo is een iris- of retinascan bijvoorbeeld heel universeel en uniek maar vlotter te omzeilen en minder geaccepteerd dan vingerafdrukken. Vingerafdrukken zijn dan weer unieker dan DNA: eeneiige tweelingen hebben hetzelfde DNA, maar hun vingerafdrukken verschillen.
 

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Ga jij apps uit alternatieve appstores installeren?

  • Nee, App Store of Play Store is goed genoeg (57%, 109 Votes)
  • Alleen als ik een app écht nodig heb (29%, 56 Votes)
  • Ja, ik wil apps van andere bronnen installeren (14%, 27 Votes)

Aantal stemmen: 194

Laden ... Laden ...
69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business