8 januari 2008 14:13

"Virtualisatie is op lange termijn een goede zaak voor de reseller"

Volgens Jean-Claude Tagger, de CEO van NEC Computers, is de tijd eindelijk aangebroken voor de doorbraak van de netwerkcomputer. En NEC bevindt zich volgens de Franse topman – met een Luikse echtgenote – in een unieke positie om die voorspelling waar te maken. Opmerkelijk is dat deze evolutie voor de reseller niet noodzakelijk een doemscenario hoeft te betekenen…

Tagger maakte onlangs in Brussel een stop op zijn tournee door Frankrijk en de Benelux, waarop de NEC-topman partners en klanten wil ontmoeten. “Niet alleen om ze te vertellen waar we mee bezig zijn, maar ook om uitgebreid te luisteren naar hun behoeften en bezorgdheden”, licht hij toe. Het evenement in Brussel was specifiek gericht op gebruikers uit de healthcare-sector, waarvoor NEC een aantal aangepaste oplossingen heeft ontwikkeld.

Centraal in deze oplossingen staat de netwerkcomputer, een thin client zonder eigen opslagruimte en zonder cd- of dvd-station, en met een virtueel besturingssysteem, terwijl de kritische processen op een server draaien.

“Het monster van Loch Ness van de IT-sector”, wordt het ding intussen smalend genoemd. Al sinds het midden van de jaren negentig wordt deze technologie namelijk aangekondigd als alternatief voor de pc, die volgens de aanhangers van deze netwerkcomputer steevast een snelle dood te wachten staat. In de praktijk viel daar evenwel nog niet veel van te merken.

Ecologisch

Maar volgens Tagger geven een aantal nieuwe factoren de netwerkcomputer een stevig duwtje in de rug. “Ten eerste is de bandbreedte die hiervoor nodig is eindelijk beschikbaar. Daardoor kun je een bedrijfsnetwerk uitbouwen dat in staat is om alle aangesloten clients te laten draaien zonder vervelende vertragingen. Daaraan gekoppeld is er de stevige opmars van virtualiseringstechnieken, die ertoe hebben bijgedragen dat de kost van een server drastisch is gedaald.”

Een tweede element volgens Tagger is de behoefte van de IT-manager om zijn computerpark honderd procent in de hand te houden. “Een degelijk en rigide beveiligingsbeleid is een noodzaak geworden om de business continuity van een onderneming te garanderen. En dat lukt beter met de afgesloten thin clients die wij voorzien dan met pc’s.”

Tot slot is er ook nog een… ecologisch aspect. “Wist je dat de aankoopprijs van een pc maar vijftien procent uitmaakt van de totale kostprijs van zo’n toestel?”, stelt Tagger. “De rest wordt opgemaakt aan onderhoud en verbruik. Een netwerkcomputer verbruikt amper tien procent van wat een gewone pc nodig heeft. Dat wordt uiteraard enigszins gecompenseerd door het bijkomende verbruik in de serverruimte, maar in zijn geheel slaat de balans nog altijd positief uit voor de netwerkcomputer. Met één server kunnen namelijk ongeveer vijftig clients worden “bediend”. Daarbij komt ook dat onze clients geen geluid maken omdat er geen mechanische onderdelen in zitten.”

En dan nog dit: voor bedrijven die willen migreren naar Windows Vista, maar opzien tegen de hoge hardwarekosten of eventuele compatibiliteitsproblemen, vormt de NEC-opstelling een mogelijk alternatief. De eindgebruiker kan namelijk kiezen tussen Windows XP of Vista als het besturingssysteem dat hij of zij te zien krijgt. Voor de hardware vormt dat geen verschil.

VOIP ingebouwd

Dat uitgerekend NEC – voluit Nippon Electronics Corporation – zo’n fervente voorstander van de netwerkcomputer blijkt, mag niet verwonderen als je naar de structuur van het bedrijf kijkt. Ten eerste is er de hardware-afdeling, die zich volgens Tagger gerust kan meten met IBM. Een tweede grote poot van de NEC-groep is de netwerkafdeling, die volgens Tagger dan weer als een concurrent voor bedrijven als Alcatel-Lucent kan worden gezien. En tot slot is er ook de componentenafdeling, waar onlangs bijvoorbeeld nieuwe opslagoplossingen uit voortgekomen zijn.

“Dankzij onze competenties in deze drie domeinen bevinden we ons in een unieke positie”, beweert Tagger. “Geen enkel ander bedrijf is beter geplaatst dan NEC om van de netwerkcomputer een succes te maken: wij kunnen de nodige hardware, de netwerktechnologieën en alle andere essentiële elementen van zo’n architectuur zelf ontwikkelen, samen met de tools die nodig zijn voor een optimaal beheer. Zo hebben we via onze componentenafdeling zelf de processor ontwikkeld voor de thin clients die we voor ogen hadden. Het bijzondere daaraan is dat ze de toestellen verrijken met multimediafuncties en toelaten om te gebruiken voor VOIP.”

Dat laatste is geen onbelangrijke troef, zeker niet nu een andere oude droom uit de nochtans nog jonge IT-geschiedenis plots weer de kop opsteekt: unified communications. Met dank aan Microsoft, zowaar, dat met zijn nieuwe versies van Exchange en Live Communications Server zwaar inzet op dit fenomeen.

Wat met de mobiele kantoorwerker?

In enkele buurlanden heeft NEC al een dozijn bedrijven weten te overtuigen om over te stappen op zo’n architectuur. Vooral in call centers en in het onderwijs zou het concept uitstekend passen. In heel wat andere bedrijven of organisaties is de situatie echter heel wat complexer in vergelijking met tien jaar geleden, toen de idee van de netwerkcomputer de kop opstak. Werknemers zijn vooral veel mobieler geworden en zitten zelden nog aan één werkplek.

Tagger geeft toe dat die evolutie het allemaal wat ingewikkelder maakt, maar beweert dat zijn bedrijf er redelijk adequate oplossingen voor biedt: “We kunnen dat op drie verschillende manieren opvangen. Zo hebben we ook mobiele thin clients, die evenwel niet beschikken over de multimedia- of VOIP-functies. In ons gamma vind je ook toestellen die gebaseerd zijn op de vPro-technologie van Intel, en die dus qua beheersbaarheid en beveiliging veel hoger scoren dan gewone pc’s. Anderzijds kan het virtueel OS uiteraard ook op elke, voldoende beveiligde computer worden gedraaid. Je kunt dus op kantoor inloggen op je thin client, onderweg op een laptop, of thuis op je eigen pc. Toegegeven: zelfs met al deze oplossingen is het nog altijd niet evident om zo’n gemengd netwerk te beheren. Maar daar zijn we ons ook van bewust en daar wordt dus ook nog verder aan gewerkt.”

Goed nieuws voor de reseller

Een handvol servers en een batterij spotgoedkope thin clients, waarop bovendien geen volwaardige, maar virtuele besturingssystemen op draaien: voor de reseller klinkt dat niet bepaald als muziek in de oren. Met evenveel pc’s en volwaardige softwarelicenties valt op het eerste gezicht veel meer te verdienen. Maar daar is Tagger het niet mee eens: “Dat klassieke businessmodel staat al enige tijd onder druk. Klanten zijn op zoek naar alternatieven en zijn bereid om daar een correcte prijs voor te betalen. Wie een gemakkelijk beheerbaar en beveiligbaar platform kan bieden zal met open armen worden ontvangen. Dat wil ook zeggen dat je als reseller een redelijke prijs kunt vragen voor interessante diensten. Denk bijvoorbeeld maar aan een centrale firewall, back-upsystemen, eventueel zelfs beheer vanop afstand, zodat je nog sneller kunt ingrijpen als er toch een probleem zou optreden.”

“Toegegeven, de reseller moet zijn business model lichtjes aanpassen om er volop van te kunnen profiteren,” voegt hij eraan toe. En met zijn meest minzame glimlach om de lippen: “Misschien zelfs meer dan lichtjes.”

In Belgiê werkt NEC samen met Copaco voor de verdeling van dit platform. Uiteraard kan niet iedere reseller zomaar met zo’n oplossing aan de slag en daarom heeft het bedrijf een programma in het leven geroepen waarin men het statuut van VIP-partner kan bemachtigen. Van de reseller wordt hiervoor uiteraard enig engagement verwacht, maar dat wordt beloond met een uitgebreide ondersteuning en interessante leads. NEC heeft geen enkele directe relatie met mogelijke klanten. In april worden alle VIP-partners overigens op de afspraak verwacht voor het jaarlijkse partnerevenement, dat dit jaar in Lissabon zal plaatsvinden.