IT-trio en Solvay slaan handen in elkaar
Vandaag stelde Solvay op de ULB de resultaten voor van zijn samenwerking met de Franstalige universiteit, drie IT-spelers en CFD-producent Ansys. Solvay wil de productie van natriumbicarbonaat optimaliseren, en rekent daarvoor op de rekenkracht van IT.
Een van de producten van chemiebedrijf Solvay is natriumbicarbonaat, een kristallijne stof die onder meer wordt gebruikt bij de productie van reinigingsmiddelen, voeding en geneesmiddelen. Voor de productie van de stof wordt er gebruik gemaakt van zogenaamde ‘BIR-columns’. Om dat productieproces in die installaties te optimaliseren, wordt er gebruik gemaakt van virtualisatiesoftware. En die techniek lijkt een hele sprong voorwaarts te hebben gemaakt.
In een virtueel model kunnen zo modificaties aan het apparaat worden aangebracht, en op die manier kunnen verschillende opstellingen van het toestel worden getest zonder een echt toestel te produceren. Die berekeningen vragen echter een gigantische rekenkracht, en duurden vroeger maanden lang. Vandaag maakt Solvay gebruik van een nieuw systeem, dat gevoelige snelheidswinst oplevert: een week lijkt nu het gemiddelde om een nieuwe opstelling te testen.
Het gaat samenwerkingsverband met verschillende IT-spelers: chipmaker Intel levert zijn quad-core Xeons, HP levert zijn HP Cluster Platform-server en softwaregigant Microsoft levert Windows Compute Cluster Sever 2003. Op die installatie draait Fluent 6.3, een CFD (Computional Fluid Dynamics) – pakket van Ansys, dat de virtualisatie mogelijk maakt.
Solvay verwacht veel van het project: “We willen de installaties optimaliseren om de CO2-uitstoot te verminderen. Tot op heden stoot het productieproces 50% van de CO2, die een ingrediënt is van het eindproduct, weer uit. Door het systeem met behulp van het IT-initiatief te verbeteren, willen we de absorptie van CO2 gevoelig laten toenemen. Dat is beter voor het milieu,” zegt dr. Thierry Cartage van Solvay.
Alfredo Bonafede van High Preformance Computing bij HP, ziet ook financiële voordelen: “Zo’n testinstallatie die Solvay nu gebruikt, kost al gauw 25.000 euro. Als ze voor elke nieuwe proefopstelling een nieuwe testinstallatie moeten bouwen, dan kost dat een klein fortuin. En drie maanden zitten wachten op een computerberekening, dat is ook niet productief.” Hij ziet ook andere kansen voor High Preformance Computing-markt (HPC): “Dit is nu nog een uniek project. Maar gaandeweg zal HPC steeds meer mainstream worden, en zullen ook kleinere ondernemingen ontdekken dat zo’n systeem best interessant is.”
Het project bij Solvay loopt nu enkele maanden, en wordt nog verder gezet. “Binnenkort beginnen we zelfs aan de bouw van een nieuwe testinstallatie, gebaseerd op de berekeningen van ons virtualisatiesysteem,” zegt Cartage nog.
