Commissie wint antitrustzaak op 3 essentiële punten

Vanochtend heeft het gerecht van eerste aanleg van de Europese Unie zich uitgesproken over de antitrustzaak van de Europese Commissie tegen softwaregigant Microsoft. De Commissie boekt een substantiële overwinning.

Interoperability

Het hof is van mening dat Microsoft nog steeds niet in orde is met de regulaties betreffende de interoperabiliteit. Ondanks de 12.000 pagina’s aan vrijgegeven documentatie over de serverprotocollen, acht het hof dat de voorwaarden nog steeds niet zijn vervuld. Het hof treedt ook hier de Commissie bij in haar mening.

Windows Media Player

Microsoft werd door het oorspronkelijke verdict ertoe verplicht Windows beschikbaar te stellen, zonder een versie van haar multimediaprogramma Media Player. Het hof acht die voorwaarde nog steeds niet vervuld: “Het hof oordeelt dat er geen twijfel over bestaat dat de klanten niet in staat zijn het Windows OS te verkrijgen zonder simultaan er een versie van Media Player bij te krijgen.” Ook op dit punt blijft het oorspronkelijke besluit gehandhaafd.

De boete

Het hof oordeelt dat de boete blijft zoals ze was: het bedrag van 497 miljoen euro blijft ongewijzigd.

Troostprijs voor Microsoft

Slechts op één punt oordeelt het hof in het voordeel van Microsoft: de aanstelling van een extern controlepersoon. Oorspronkelijk zou het bedrijf van binnenuit worden gecontroleerd door een extern expert, op kosten van Microsoft zelf. Dat punt wordt door het hof verworpen: “Het hof oordeelt dat de Commissie niet de bevoegdheid heeft om Microsoft te dwingen een controlepersoon de bevoegdheden te geven die de Commissie zelf niet heeft over een derde partij.”

De Commissie wint de zaak dus op de drie meest essentiële punten. Het ene punt waar Microsoft het laken naar zich toetrekt, kan eerder een troostprijs worden genoemd. Het lijdt echter weinig twijfel dat Microsoft tegen deze uitspraak in beroep gaat. Een definitieve uitspraak kan in dat geval nog meer dan een jaar op zich laten wachten.