Een andere aanpak voor een andere wereld
Hoe ontwerp je een laptop voor een kind van zes jaar oud in een ontwikkelingsland, dat nooit een computer heeft aangeraakt? Jim Gettys, vice-president van het project One Laptop per Child (OLPC), vertelt erover tijdens de Europese openbronconventie Fosdem.
Het non-profi tinitiatief OLPC wil kinderen in achterstandsgebieden voorzien van goedkope laptops, met als doel hen betere toekomstvooruitzichten te bieden. Speciaal voor dit doel zijn laptops en software ontwikkeld. Een evident probleem waarmee de bouwers rekening moesten houden, is een gebrek aan stroom- en internetverbindingen in de derdewereldlanden.
Extreem energiezuinige computers zijn een vereiste, al is het maar omdat de laptops indien nodig een alternatieve stroomvoorziening moeten krijgen. Er wordt nog aan verschillende oplossingen gedacht, waaronder stroomopwekking middels een soort ‘trektouwtje’. ‘Een klein kind kan niet veel stroom opwekken. Het kan die tijd beter besteden aan leren’, verklaart Gettys, ‘Om die reden is het ook geen oplossing om tweedehandse laptops richting derde wereld te verschepen.’ Standaard laptops hebben namelijk een verbruik van zo’n 25 watt. De producenten hebben een laptop weten te bouwen met een verbruik van een luttele 2 watt.
INTERFACE
Het stroomverbruik is niet de enige reden waarom standaard laptops niet zomaar naar de derde wereld kunnen worden verscheept, om daar aan een tweede leven te beginnen, vertelde Gettys. ‘Ze krijgen regen en stof te verduren en bovendien lopen de kinderen vaak lange afstanden met de laptops. Een conventioneel toetsenbord zal niet lang overleven.’
De vrolijk groen gekleurde OLPC-laptops beschikken daarom over een rubberen toetsenbord en zijn aan alle kanten beschermd tegen schokken. De gebruikersinterfaces op gewone computers zijn bovendien niet geschikt voor jonge kinderen: ‘Die zijn ontworpen voor kantoormedewerkers in de westerse wereld.’ De OLPC-laptops zijn uitgerust met een ‘Sugar’-interface, een zoom-interface die connecties tussen mensen en hun activiteiten op grafi sche wijze laat zien. De apparaten kosten nu nog zo’n honderdvijftig dollar, maar moeten uiteindelijk zo’n honderd dollar per stuk gaan kosten.
Die bodemprijs wordt onder meer bereikt door marketingkosten volledig achterwege te laten, vertelt de vice-president. Directe distributie aan de afnemende landen is een andere besparend aspect. En hoe groter de hoeveelheden, hoe goedkoper de productie: ‘Een groot volume is de sleutel.’
