'Nieuwe' Sun-servers met 'oude' processors
Sun heeft de instapmodellen van de UltraSparc-serverfamilie vernieuwd. Een upgrade in mineur, want van de verwachte nieuwe processor, de UltraSparc IIIi+, is geen spoor te bekennen. Meer nog, Sun schrapt de verdere ontwikkeling van de processor.
In de plaats daarvan moeten de drie nieuwe servers – Sun Fire V215, V245 en V245 – het stellen met de drie jaar geleden geïntroduceerde UltraSparc IIIi-processors. Die worden nog geproduceerd volgens het relatief oude 130-nanometer productieproces en moeten het stellen met 1 MB cachegeheugen.
De aanvankelijk vooropgestelde nieuwe UltraSparc IIIi+ baseerde zich op het 90-nm productieproces en beloofde een cachegeheugen van 4 MB. De ontwikkeling van de UltraSparc IIIi+, codenaam “Serrano”, liep echter de nodige vertraging op, in die mate zelfs dat Sun besloten heeft om de ontwikkeling ervan stop te zetten. Het bedrijf wil zich focussen op de verdere ontwikkeling van de UltraSparc Niagara 2.
Uitstel is niet ongewoon bij Sun, dat met jaren vertraging de UltraSparc III-processor lanceerde. Het bedrijf leek met die ‘traditie’ te breken toen het in december vorig jaar eerder dan vooropgesteld servers gebaseerd op de UltraSparc T1 ‘Niagara’-processor lanceerde.
De nieuwe Sun Fire-servers zijn uitgerust met PCI Express, in plaats van de verouderde PCI-architectuur van de uitgerangeerde V210-, V240- en V440-modellen.
Met een bijdrage van Stephen Shankland, CNet News.com.
