EU-Commissaris slaat en zalft België

België moet meer geld besteden aan IT research. In een interview met IT Professional stelt EU-Commissaris voor Media en Informatiemaatschappij Viviane Reding dat ons land, net als de andere Europese lidstaten, meer moet investeren in IT research. Reding verdedigt ook grootschalige IT-projecten als NESSI, pleit voor een uitgebreide studie naar de impact van offshoring op de Europese economie en bejubelt de stappen die de Belgische overheid zet met de elektronische
identiteitskaart.

Begin vorig jaar riep Reding de Europese lidstaten op om, net zoals de Commissie van plan was, hun budget voor IT research met 80 procent te verhogen. Geen sinecure, zelfs niet voor Europa, aangezien de Raad van de Europese Unie eind vorige maand ‘slechts’ een politiek akkoord voor een verhoging van 31 procent bereikte.

De Luxemburgse geeft dan ook in een adem toe dat België het met een O&O-investering van 1,93 procent van het BBP, in vergelijking met het Europese gemiddelde van 1,90, niet slecht doet. Al moet ons land, vindt Reding, zich ambitieuzer tonen.

Maar is een stijging van 80 procent wel realistisch? Viviane Reading: “De oorspronkelijke budgettering van 80 procent heeft het, na overleg tussen de lidstaten, het Europees parlement en de Commissie, inderdaad niet gehaald. Toch kunnen we nog altijd van een aanzienlijke stijging spreken. Via het zevende kaderprogramma voor research en onderzoek, dat start in 2007 en gaat tot 2013, lopen de IT-investeringen op tot 9.110 miljoen euro. Bij het zesde kaderprogramma, dat over vier jaren liep, was dit maar 3.984 miljoen euro.” (Of 1.301 tegenover 996 miljoen euro per jaar, n.v.d.r.)

Wat ruist er…?
Om de groei in IT research en innovatie te stimuleren ondersteunt de Europese Commissie verscheidene technologische platformen. Een ervan heet NESSI (Networked Software and Services Initiative) dat bedrijven en academici bij elkaar moet brengen om een gemeenschappelijke onderzoeksagenda te bepalen voor software-architecturen en dat uiteindelijk tot nieuwe, open oplossingen moet leiden.

Tien maanden na de lancering krijgt NESSI nog steeds het verwijt weinig concreets op te leveren. Vandaar, de logische vraag: Gaat NESSI niet wat traag van start? Viviane Reading: “Daar ga ik helemaal niet mee akkoord. Integendeel, NESSI publiceerde zelfs al haar eerste Strategic Research Agenda (versie 1.0 verscheen in mei 2006, n.v.d.r.). Een document dat een belangrijke bijdrage zal leveren bij het vastleggen van de prioriteiten van de Commissie. Ook op nationaal niveau worden er NESSI’s ontwikkeld, zoals in Spanje en Slovenië.”

Geen statistieken
Inpikkend op het actuele debat over outsourcing van IT-diensten bevestigt de EU-Commissaris het belang ervan binnen Europa: “Bijna tweederde van de Europese bedrijven besteedt hun IT-diensten uit.” Cijfers die Reding haalt uit een studie van het Europees observatorium e-Business Watch.

“Ook de migratie van IT-diensten naar niet-Europese regio’s lijkt aan belang toe te nemen, ook al hebben we nog geen duidelijke statistieken die deze hypothese staven.” Reding belooft daar in 2007 verandering in te brengen met een grootschalig onderzoek naar IT-gebruik binnen bedrijven, “waar een speciale module gewijd zal zijn aan IT-vaardigheden en offshoring in het bijzonder”.

“Om de effecten van offshoring op onze Europese economie en samenleving ten volle te kunnen inschatten is hoe dan ook een grondige analyse nodig. Hoewel het verhuizen van jobs buiten de Europese grenzen op korte termijn weliswaar een negatief effect heeft op de tewerkstelling, zou het Europese bedrijven binnen de IT-sector competitiever kunnen maken op de internationale markt. Met mogelijk een gunstig effect op de tewerkstelling op langere termijn.”

Lof voor eID
Ten slotte steekt de Commissaris de loftrompet over de Belgische inspanningen om van de elektronische identiteitskaart een toonaangevend e-gov-instrument te maken. Volgens Reding plannen andere Europese lidstaten gelijkaardige initiatieven of zijn die al aan de gang. Al benadrukt de Europees Commissaris dat de elektronische identiteitskaart van de ene lidstaat ook bruikbaar moet zijn in de rest van de EU.

“Ook bij overheidsopdrachten zie ik voordelen voor de eID. Zo moet een Belgische KMO in de toekomst in staat zijn om, na registratie op de ‘eProcurement website’ van een Zweedse gemeente, een offerte in te dienen en de gemeente toe te laten tot het ‘virtuele administratieve dossier’. Een voorbeeld van hoe Europa, met de steun van de lidstaten, de bedrijfswereld en de burgers, er als competitieve informatiemaatschappij zou kunnen uitzien.”