Java wordt open source

Sun maakt tegen midden 2007 Java SE openbron. Twee onderdelen, JavaC compiler en Hotspot virtual machine, worden al eind dit jaar vrijgegeven. Simon Phipps, hoofd open source bij Sun verwacht dat deze omschakeling bijzonder weinig gevolgen zal hebben voor Java-ontwikkelaars. Althans op korte termijn. Hij verwacht ook dat de open source-gemeenschap rond Java SE hoogstens enkele honderden leden zal tellen.

Hiermee worden de plannen concreter die CEO Jonathan Schwartz, en senior vice president Rich Green, meedeelden op de JavaOne-conferentie van mei dit jaar in San Francisco: ‘Vraag is niet òf we Java open source maken, maar wel hoe.’ Nu de vraag ‘wanneer’ al beantwoord is, blijft de discussie over ‘hoe’ gaande. Er is nog steeds geen zekerheid over de licentie die gebruikt zal worden: GPL, BSD of een eigen licentie. Sun publiceerde eerder al wel Glassfish, een open source-versie van Java Enterprise Edition onder een eigen licentie, de Community Development and Distribution License.

Sun is in het verleden terughoudend geweest om Java open te stellen. De reden? Sun wou het probleem van fragmentatie vermijden. Met een open source-systeem bestaat immers het gevaar dat er twee of meerdere groepen ontwikkelaars ontstaan, die een verschillende richting uitgaan met de software. Volgens Sun is het de uitdaging om toch de consistentie te behouden.

Boegeroep van IBM
IBM heeft het plan van Sun al bekritiseerd. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar OpenSolaris, waarvan ze vinden dat het geen echt open source-product is maar een façade, omdat Sun geen inbreng van buitenaf toelaat. Nochtans konden ze, als ze het meenden, met enkele eenvoudige ingrepen een OpenSolaris-gemeenschap opzetten, zo klinkt het bij Dan Frye, vice-president bij IBM.

Als antwoord op deze kritiek van IBM, wijst Sun naar de 16 keren dat ze software open source hebben gemaakt en naar de 116 bijdragen van buitenstaanders, sinds het project een jaar geleden startte.