Virtualisatie kan Microsoft redden

 

U hebt het waarschijnlijk ook al gehoord: virtualisatie is de ultieme oplossing voor server management, compatibiliteitsproblemen, sausvlekken, winterkloven
en honger in de wereld. Wanneer een technologie zodanig wordt opgehemeld, is het altijd oppassen geblazen. Maar, op het risico dat ik er nog een schepje bovenop doe: virtualisatie kan Microsoft redden.

En waarom? Omdat het de enige weg voorwaarts is waarbij Microsoft geit en kool kan sparen: compatibiliteit bewaren met het verleden (oudere Windows-versies en toepassingen) en tegelijk het fundamentele struikelblok voor Windows opruimen, namelijk de quasi onmogelijkheid om dit steeds complexere kluwen van programmacode verder te laten evolueren op een voorspelbare en veilige manier.

Microsoft slaagt er al jaren niet meer in om ook maar op twee jaar na te voorspellen wanneer een nieuwe versie van Windows de markt zal bereiken en welke functies er in zullen zitten. Nu is Microsoft een zeer professioneel, zeer goed gerund bedrijf, dus ga er maar van uit dat die problemen niet wijzen op nonchalance of onbekwaamheid maar op ernstige architecturale verwikkelingen.

De kern daarvan is dat Windows niet in de eerste plaats een besturingssysteem is. Windows (en het daarvan niet te scheiden .net) wil een platform zijn – en niet alleen voor kantoortoepassingen maar in de toekomst zelfs voor al uw bedrijfsprocessen. Linux, daarentegen, is alleen maar een besturingssysteem. Java is alleen maar een applicatieplatform.

Die duidelijke scheiding levert steeds meer voordelen op. Nadelen zijn er natuurlijk ook: het is bijvoorbeeld een voortdurende uitdaging om op alle combinaties van besturingssysteem en applicatieplatform een voldoende niveau van compatibiliteit te bieden. Maar Microsoft heeft een minstens even groot compatibiliteitsprobleem, namelijk met zichzelf. Ervoor zorgen dat oudere toepassingen blijven draaien op nieuwe Windows-versies wordt steeds moeilijker.

Vooral omdat Microsoft tegelijk probeert om de architectuur van Windows fundamenteel anders en veiliger te maken. Maar er is dus een uitweg en die heet virtualisatie. Draai oudere toepassingen op oudere Windows-versies, en nieuwere toepassingen op de nieuwe, allemaal op dezelfde infrastructuur en te beheren van op een eenvoudige console.

Microsoft staat met zijn Virtual Server product minder ver dan grote concurrent VMWare, maar het schijnt wel te beseffen waar het heen moet. Daarnaast moet Microsoft echter ook beseffen dat het zijn virtualisatieoplossing niet mag beperken tot Windows alleen. Longhorn/Virtual Server zal pas de moeite waard zijn als serverplatform als het de ultieme virtualisatiemachine is: als Windows 2000 en Windows XP en Unix en Linux virtuele machines er broederlijk naast elkaar op draaien, en als het geheel beter en makkelijker te beheren is dan het equivalent op VMWare.

Want dat is dan weer het gevaar van virtualisatie: het is ook het perfecte migratiepad wég van Windows, waarbij een eenzame Windows 2000 virtuele machine de oudere ‘legacy’-toepassingen draait. Er is trouwens ook een andere vorm van virtualisatie, soms ‘softwarevirtualisatie’ genoemd. Microsoft heeft onlangs aangekondigd dat het Softricity wil overnemen. De software van dat bedrijf laat toe om applicaties op een pc te draaien zonder eerst een zware installatieprocedure te moeten doorlopen.

Zo kan Microsoft straks een ander architecturaal probleem van Windows oplossen, de zogenoemde ‘DLL hell’.

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business