Nieuwe naam en modelnummers voor snelle Intels

Intel gaat zijn processors op basis van de gloednieuwe Core Microarchitecture binnen enkele maanden uitbrengen onder de naam ‘Core 2 Duo’. Het gaat onder meer om ‘Conroe’, een desktopchip die volgens Intel moeiteloos de snelste van AMD afdroogt. De blijvende nadruk op de Core-naam betekent dat het einde van het vertrouwde Pentium-merk stilaan in zicht komt.

Een tweede nieuwigheid is dat Intel voor zijn Core 2 Duo-chipfamilies andere modelnummers gaat invoeren. De Conroe-processors, bijvoorbeeld, zullen een nummer dragen van een orde van grootte van 4.000 of 6.000. Op de mobiele Merom-chips zal een modelnummer in de vijf- of zevenduizendtallen kleven. Een uitzondering wordt de opvolger van de Pentium Extreme Edition; die zal de Core 2 Extreme heten.

Wellicht niet geheel toevallig lijken de nieuwe modelnummers in het geval van de desktopchips sterk op typeaanduiding die AMD gebruikt- al ontkent Intel dat de nieuwe serienummers daarom gekozen werden. De Intel-rivaal voerde enkele jaren geleden de traditionele aanduiding op basis van kloksnelheid af ten voordele van een modelnummer dat bepaald werd door een benchmarkcijfer. AMD deed dat om aan klanten te communiceren dat de Athlon-chiparchitectuur gelijkaardige prestaties leverde als de Intel Pentium 4, maar aan een lagere kloksnelheid.

Verbruik
Geheel nieuw is dat het modelnummer van de nieuwe Intel-chips aangevuld wordt met een aanduiding die iets vertelt over het stroomverbruik. Een Core 2 Duo E6800 bijvoorbeeld, is een goed presterende desktopprocessor met een verbruik tussen 55 en 65 watt. Een Core 2 Duo T5400 is dan weer een notebookchip die 25 tot 45 watt nodig heeft. De letteraanduiding wijst overigens naar het piekverbruik en niet het gemiddelde.

Lang moet er niet gewacht worden op de Core 2 Duo-chips. Vorige week kondigde Intel aan dat ‘Conroe’ veel vroeger dan verwacht en in juli verkrijgbaar zal zijn. ‘Merom’ hinkt een paar maanden achter en zal pas in september in notebooks opduiken, maakte de chipgigant toen ook bekend.

Met een bijdrage van Tom Krazit, CNet.