Telecombedrijven dingen naar voorlopige 5G licenties
De uitbouw van 5G netwerken zit in België al lange tijd in een politieke impasse. Het uitblijven van een federale regering heeft het proces ontzettend vertraagd, en met de huidige crisis is het al helemaal geen prioriteit meer. Langs de andere kant komt er vanuit de industrie wel steeds meer en meer vraag naar 5G netwerken. Ook flagship smartphones komen tegenwoordig standaard met 5G ondersteuning.
Het BIPT, het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, heeft het heft dan maar zelf in handen genomen. De telecomregulator zal tijdelijke licenties toekennen op de frequentieband tot dat er in de wetstraat een beslissing wordt genomen rond 5G. Tot 28 februari konden communicatiebedrijven daardoor een aanvraag indienen. Zes bedrijven deden dat.
Nog 5 kandidaten
Van die zes haakte intussen één kandidaat af, maar het is onbekend welk bedrijf dat precies was. De overgebleven kandidaten zijn de drie grote spelers in de Vlaamse telecomsector Telenet, Orangen en Proximus, naast twee IT-bedrijven Cegeka en Entropia. Samen dingen zij naar een ruimte van 200 MHz op de frequentieband. Het kan zijn dat iemand met alles aan de haal gaat, of dat ze die ruimte netjes onder hun vijven zullen moeten verdelen.
Daarover zal BIPT een openbare raadpleging organiseren die duurt tot 21 april. Daarna zullen de tijdelijke licenties worden toegekend. De kandidaten moeten wel nu al aantonen dat ze financieel daadkrachtig genoeg zijn om de licenties te kunnen betalen. Daarvoor moesten ze een bankgarantie van 800.000 euro geven.
De voorlopige licenties zullen gelden tot de politiek in actie schiet en de definitieve verdeling van de 5G-spectrumband (3400 MHz tot 3800 MHz) toekent. De voorlopige licenties zorgen er wel voor dat bedrijven niet daarop moeten wachten, en de uitbouw van 5G in België misschien eindelijk kan beginnen.
