Trump richt pijlen op Chinese tech-industrie met invoertarieven van 25 procent
“Another day, another slay”, moet president Trump vandaag bij zichzelf gedacht hebben. Waar hij een paar dagen geleden in Singapore nog fervent handjes schudde met een breed lachende Kim Jong-Un, legde de “America first”-voorvechter vandaag nog meedogenloze invoertarieven van 40 miljard dollar aan China op. Grappig trouwens, die America first, alsof er in de politieke wereldgeschiedenis ooit een leider serieus heeft geopperd zijn eigen land op de tweede plaats te zetten. Alhoewel. Van de Britten zou je dat nog kunnen aannemen. (“After you, James.”, “No please Alistair, after you!”) Maar ook zij doen dat niet, hun land op de tweede plaats zetten.
Buiten schot
Met de invoertarieven deel Trump enkele rake klappen uit aan de Chinese tech industry. De tarieven slaan op goederen die van industrieel belang zijn, zoals informatietechnologie, robotica en machinerie. Consumentengoederen zoals smartphones en TV’s blijven daarmee buiten schot. “The VS kan het zich niet veroorloven om haar technologie en intellectuele eigendommen te verliezen door oneerlijke economische praktijken”, liet president Trump weten.
Spierballen
Zoals dat gaat met landen die graag de spierballen laten rollen, diende China de VS meteen van antwoord. De Aziatische tijger liet al weten vergelijkbare tarieven op goederen uit de VS te zullen implementeren, hoewel Trump China al had gewaarschuwd dat een dergelijke zet enkel zou eindigen in nog meer wedervergelding.
De invoertarieven komen op een vreemd gekozen moment. China is de enige bondgenoot van Noord-Korea in de regio en Trump heeft de steun van China broodnodig om de onderhandelingen met de Democratische Volksrepubliek succesvol te laten verlopen. Ach, waarschijnlijk zit er een meesterlijk plan achter dat wij nog niet doorhebben, en dat meesterdiplomaat Kissinger het nakijken zou geven. Onthult Trump ons dat binnenkort in een nieuwe #covfefe tweet?
