Onderzoeksteam waarschuwt: "EU te afhankelijk van Microsoft"
Microsoft-software is de norm geworden in de Europese overheden, zo zegt het onderzoeksteam; zo goed als elke overheid maakt minstens gedeeltelijk gebruik van Microsoft-producten als Windows of Office. Negen journalisten over heel Europa onderzochten wat de impact is van die doorgedreven adoptie en publiceerden de resultaten onder andere in Der Tagesspiegel. Het team concludeerde dat de Europese Unie verzeild is geraakt in een ‘vendor lock-in’, wat ervoor zorgt dat de EU hoe langer, hoe meer afhankelijk wordt van Microsoft om hun IT-systemen draaiende te houden.
Onveiliger
In het onderzoek werden bovendien andere gevaren geïdentificeerd, waaronder stijgende kosten, een gebrek aan technologische vooruitgang en Microsofts politieke invloed. Ook de veiligheid zou in het gedrag komen, zowel van de IT-systemen zelf als de mogelijke persoonsgegevens die erop worden verwerkt. Hackers weten immers al langer welke software ze kunnen gebruiken om het grootst mogelijke aantal gebruikers te treffen en concentreren zich vooral op de lekken in Microsoft-software: hun potentiële slaagkans is dan het hoogst.
Geen soevereiniteit
Dat de Europese Unie tot slot weinig controle heeft over de gebruikte software is de grootste barrière voor digitale soevereiniteit. Dat zegt Duits professor Waidner, die meewerkte aan het onderzoek. “Als een staat of de Europese Unie echt soeverein willen zijn, dan moeten ze in staat zijn om te testen of de hardware en software enkel doen wat ze moeten doen, en niet meer,” zei Waidner. “We moeten erop aandringen dat onze experts over alle nodige informatie beschikken om de software in de veiligheidsgevoelige sectoren te testen. De toegang tot de broncode is essentieel.” Microsoft zou die toegang grotendeels weigeren, en de vele updates zouden een voortdurende controle nodig maken.
Het overstappen op opensourcesoftware wordt in het onderzoek aangereikt als een mogelijke oplossing, maar één waar de EU zelf niet op zit te wachten. Europees directeur-generaal Roberto Viola liet aan het onderzoeksteam weten dat zo’n overstap in ieder geval geen prioriteit is.
