Hoe Microsoft Linux naar Windows 10 haalt
Tijdens Build 2016 kondigde Microsoft aan dat het samenwerkt met Canonical om de Bash-shell naar Windows 10 te brengen. Over hoe de softwaregigant dit zou bewerkstelligen was echter nog niet veel gekend. Er werd gefluisterd dat het om een VM ging, of dat de volledige Linux-kernel in Windows 10 vervat zit. Microsoft heeft ondertussen meer licht geworpen op zijn manier van werken en beide geruchten blijken verre van juist te zijn.
Om de Bash-shell in Windows 10 aan de praat te krijgen, heeft Microsoft het zogenaamde ‘Windows Subsystem for Linux’ (WSL) ontworpen. Dit is een collectie van zowel gebruikersmodus- als kernelmoduscomponenten, welke ervoor zorgen dat native Linux-binaries in Windows kunnen draaien.
Wanneer je Bash.exe lanceert, zal de session manager service in gang schieten. Deze service verzorgt de levenscyclus van de Linux-instantie, welke hijzelf lanceert. In de Linux-instantie draaien de verschillende picoprocessen. Dit zijn lichtgewichtprocessen van een besturingssysteem, waarbij alle traditionele OS-services zijn verwijderd.
Het /bin/bash-picoproces zal alle commando’s uit de gebruikersmodus doorgeven aan de picoproviderdrivers, waaronder lxxs.sys en lxcore.sys. Deze drivers emuleren de Linux-kernel en vertalen Linux-commando’s naar commando’s die de Windows-kernel begrijpt. Commando’s waarvoor geen Windows-alternatief bestaan, zullen rechtstreeks in de geëmuleerde Linux-kernel worden verwerkt.
