Android zal het Internet of Things aandrijven
Oracle is al even het idee aan het pushen dat het Internet of Things door en voor Java bestaat, en heeft in halfgeleiderproducent Freescale een sterke medestander gevonden. Maar embedded Java-apparaten zijn slechts één deel van het plaatje. Wat het IoT zo waardevol maakt voor eindgebruikers, is niet dat het op embedded Java draait, maar dat alle verbonden apparaten op een of andere manier bruikbaar zijn — of het nu smartwatches, thermostaten of auto’s zijn.
En hier komt Android in beeld:
1. Android werkt als een universele front-end
Android draait op een ongelooflijk aantal apparaten, die daardoor een universele front-end vormen voor alles wat zichzelf IoT noemt. Er moet niets from scratch geschreven worden, want die apparaten draaien een volledige softwarestack die erop wacht om gebruikt te worden.
2. Apps zullen IoT bruikbaar maken
Een gadget op zichzelf is slechts een gadget, maar een gadget met een app om het te besturen is pas bruikbaar. Daar komt Android goed van pas, met zijn levendige ecosysteem van apps.
3. Java maakt onderdeel uit van Android
Als het Internet of Things op Java gebouwd zal worden en Android als front-end dient, zal Java nog meer gebruikt worden. Android is immers zelf ook op Java gebouwd.
Java is dus belangrijk voor het Internet of Things, alleen al omdat het op zoveel apparaten draait en omdat Oracle er als zwaargewicht achter zit. Maar de echte drijvende kracht zal het Android-platform zijn, tenminste voor zover het de eindgebruikers aangaat.
In samenwerking met InfoWorld.com.
