Internet of Things: the next big thing
De tekenfilmserie The Jetsons is niet de eerste die je serieus zou nemen als het gaat om toekomstvoorspellingen. Ook al speelt het leven van deze familie zich af in 2062, er zit één element in dat snel werkelijkheid dreigt te worden: dat we alle apparaten in ons huis met een enkele afstandsbediening kunnen aansturen. Van je TV, tot thermostaat en elektrische deken: het duurt niet lang meer voordat alle apparaten een eigen chip of sensor hebben.
Daar is een naam voor: Internet of Things. Dit benadrukt het verschil met het internet zoals we dat tot nu toe kennen, een internet dat je via een browser benadert, vanaf je laptop, tablet of smartphone. Internet of Things houdt in dat alles een verbinding heeft met internet. En dat biedt veel mogelijkheden, mits je deze ziet: je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een nuttige en commerciële internettoepassing voor.
Nerdy trendsetter
Toegegeven: op dit moment is het Internet of Things nog een speelveld van de nerdy trendsetter. Zo zijn er broodroosters en kattenluiken met een eigen Twitter-account: elke keer als er een boterham klaar is of als er een kat door het luikje is gegaan, wordt een tweet verstuurd. Hoe suf en nutteloos het ook klinkt (en is), deze voorbeelden staan wel symbool voor de toekomst van het internet.
Kijk maar om je heen: alles wat je ziet, kun je met het internet verbinden. Is de melkvoorraad in je koelkast op? Een sensor pikt het op, de chip stuurt een signaal naar je supermarkt, en bij je eerstvolgende levering wordt de melk automatisch aangevuld.
Maar bedenk eens welke mogelijkheden er zijn als je huis-tuin-en-keuken-producten kunt laten "praten" met het internet. Ook de medische sector kijkt hier met veel belangstelling naar. Zo heeft een vrouw uit New York een wifi-pacemaker. Deze geeft automatisch signalen af als er problemen dreigen, en als het mis gaat, wordt er een arts gebeld op zijn mobiele telefoon. Een groep enthousiastelingen overal ter wereld heeft zichzelf verenigd onder de noemer Quantified Self. Ze delen ervaringen in het meten van hun eigen leven, of het nu gaat om het aantal uren dat je slaapt (en hoe intensief), je sportieve prestaties of de calorieën die je eet. Alles kun je meten.
Wanneer gaat het gebeuren?
Het kan dus, maar gaat het gebeuren? En wanneer? Hoeveel jaar duurt het nog voordat onze broodrooster is verbonden met het internet? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Het hangt af van twee factoren: de beschikbaarheid van enerzijds een geïntegreerd systeem en anderzijds van voldoende netwerkcapaciteit.
De IT-ontwikkelingen zijn inmiddels zo ver dat de technologie om het Internet of Things mogelijk te maken, betaalbaar is voor een grote groep consumenten. Waar het nu nog aan ontbreekt, is een uniforme visie over hoe deze apparaten samen gaan werken. Zonder een standaard is het zo goed als onmogelijk om verschillende apparaten aan te sturen. Verschillende IT-bedrijven zijn bezig met hun eigen visie en platform. Zo presenteerden zowel Google, AT&T, Qualcomm als Intel hun plannen op het gebied van Internet of Things tijdens het Mobile World Congress in Barcelona. Welk systeem dominant gaat worden, is nog moeilijk te voorspellen.
Een tweede noodzakelijke randvoorwaarde is de beschikbaarheid van betrouwbare netwerkverbindingen die een hoog datavolume aankunnen. De Belgische overheid zal dit jaar starten met de veiling van de betere frequenties voor 4G-verbindingen. 4G moet het mobiele internet (in principe) tien keer zo snel maken. Toch zal het nog wel even duren voordat 4G voor iedereen beschikbaar is, al was het maar omdat nog maar een klein deel van de smartphones overweg kan met deze technologie (waaronder de iPhone 5, Sony Xperia V en de HTC One SV).
Netwerken worden slimmer
Niet alleen de snelheid van het netwerk is van belang voor het doorbreken van Internet of Things. Met name de beschikbaarheid doet ertoe. Netwerken zullen daarom in de toekomst niet alleen sneller worden, maar ook slimmer. Om het even grafisch weer te geven: je kunt proberen om de kabel dikker te maken zodat er meer eentjes en nullen doorheen passen, maar dat voldoet niet altijd aan de behoefte, zo weten we uit ervaring. Een technologie die minstens zo belangrijk is voor de opkomst van het Internet of Things is het versnellen en beveiligen van dataverkeer. Zo zorgt netwerktechnologie van bedrijven als Citrix ervoor dat dataverkeer (met name op het web) versneld en veilig wordt verstuurd en optimaal verdeeld over de servers die op dat moment de meeste capaciteit hebben.
Mogelijkheden
Mobiele telefonie heeft de wereld zo snel veroverd, dat 85 procent van de wereldbevolking op dit moment toegang heeft tot een draadloos netwerk. Ter vergelijking: slechts 80 procent is aangesloten op het elektriciteitsnet. Met de smartphone is het internet voor het eerst buiten zijn comfortzone van de PC of laptop geslopen. Apps op de smartphone benaderen het internet al op een compleet andere manier dan hoe we dat gewend waren. In plaats van te surfen naar een www-adres, zijn er nu toepassingen voor heel specifieke behoeftes: van een wegenkaart op je mobiele device, tot een elektronisch notitieboekje of babyfoon.
Een logische volgende stap is dat deze hulpmiddelen onafhankelijk van een smartphone in verbinding staan met het wereldwijde web. Dus geen babyfoon-app op je iPhone, maar een babyfoon met een sensor en een IP-adres, die verbonden is met je smartphone.
De technologische voorwaarden zijn er en het is slechts een kwestie van tijd voordat er een standaard op de markt komt waardoor het Internet of Things binnen een paar jaar gemeengoed wordt – en dat zou wel eens net zo snel kunnen gaan als de opkomst van apps. Bedrijven die nu al nadenken over de mogelijke toepassing van deze trend op hun producten zullen hier als eerste de vruchten van plukken.
