'Is dat een DAS in uw disaster recovery?'

Iedereen kent het belang van back-ups en storage, en de meesten onder ons weten ook hoe belangrijk disaster recovery en business continuity zijn. Misschien hebt u ook al wel de woorden DAS , NAS en SAN gehoord als het over storage gaat. Maar kent u eigenlijk het verschil tussen deze termen? Smart Business zet alles voor u op een rijtje.

Back-up versus storage
Back-up en storage worden vaak als synoniemen van elkaar gebruikt, terwijl er toch een duidelijk onderscheid is tussen beide. Een back-up is een reservekopie van een bestand, een programma, een harde schijf of zelfs van een volledig systeem, gemaakt om op terug te vallen wanneer de oorspronkelijke bestanden het hebben begeven of verloren zijn geraakt.

Storage is de verzamelnaam voor dat gedeelte van de ICTinfrastructuur waarin gegevens en andere bestanden zijn opgeslagen. Dat omvat zowel de originele bestanden als de back-ups. Een volledige storage-omgeving wordt meestal opgedeeld in een omgeving voor de originele bestanden en één voor de back-ups.

Die laatste mogen dan op een minder snel reagerend platform, aangezien ze niet binnen de seconde binnengehaald moeten worden, zoals met sommige originele bestanden wel het geval is.

Het opslaan van een gegevensbestand op het meest geschikte medium – snel als het nog vaak wordt gebruikt, traag en eventueel op afstand als het zelden of nooit meer wordt geconsulteerd – noemt men information lifecyclemanagement. De term is wat weggedeemsterd, maar de principes blijven overeind: de duurste en snelste opslagmedia zijn enkel verantwoord als u de gegevens razendsnel moet kunnen raadplegen.

Voor back-ups en gearchiveerde bestanden volstaan goedkopere en tragere media zoals tape.

DAS versus NAS versus SAN
Er zijn verschillende methodes om uw gegevens, toepassingen en back-ups op te slaan. Vaak worden ze samengevat als DAS, NAS en SAN, drie acroniemen waarachter evenveel verschillende opslagmethodes schuil gaan.

DAS staat voor Direct Attached Storage, een extern opslagsysteem dat rechtstreeks met de server of client is verbonden. De meest gebruikte vorm van directe opslag zijn externe harde schijven en zelfs USB-sticks. Het zijn meestal betaalbare oplossingen voor ad-hoc storagebehoeften.

Bij Network Attached Storage (NAS) is het opslagsysteem gekoppeld aan de server (want NAS wordt zelden of nooit bij clients gebruikt) via het bedrijfsnetwerk. NAS is meestal krachtiger dan DAS en biedt in de regel ook meer beheermogelijkheden via bijgeleverde software.

De krachtigste, flexibelste, intelligentste, maar ook duurste oplossing is een Storage Area Network (SAN). Hier worden verschillende opslagsystemen  in één afzonderlijk netwerk ondergebracht. Het bijzondere is dat de systemen binnen dit netwerk zich aan de server aandienen als één groot opslagsysteem.

Het wegschrijven van gegevens gebeurt dus transparant voor de gebruiker: een bestand kan over verschillende opslagsystemen verspreid zitten of wegens onderhoud van het ene systeem naar het andere worden geplaatst zonder dat de gebruiker zich hier ooit om hoeft te bekommeren. Deze vorm van virtualisatie wordt al jaren gebruikt, maar wordt zelden vermeld wanneer men het tegenwoordig over virtualisatie heeft.

Toch is het concept hetzelfde: er wordt een laag gelegd tussen de hardware zelf en wat naar buiten toe getoond wordt. Dankzij deze laag kan een reeks bestanden logisch bij elkaar gegroepeerd blijven terwijl de fysieke bestanden over verschillende disks verspreid kunnen staan.

Zo blijven voor de gebruiker en de systeembeheerder de logische relaties tussen bestanden behouden, terwijl de opslagruimte toch optimaal kan worden ingevuld, aangezien men bij de verdeling van de fysieke bestanden over de verschillende schijven geen rekening moet houden met de logische relatie tussen de bestanden.

Dat u een SAN tegenwoordig steeds vaker in een (private) cloudomgeving ziet belanden, hoeft niemand te verbazen: ook daar spelen virtualisatie en transparantie voor de gebruiker een grote rol.

Back-up versus disaster recovery (en RPO versus RTO )
Back-ups zijn kopieën die eigenlijk pas hun nut bewijzen wanneer er iets fout gaat. Als een bestand werd overschreven of ongewild werd verwijderd, als een systeem gecrasht is of een harde schijf het heeft begeven. Restores brengen uw systeem dan terug naar de toestand van de laatste back-up.

Afhankelijk van de bedrijfscruciale informatie of toepassingen die op uw systemen zijn opgeslagen, zult u dus vaker of minder vaak een back-up maken. Back-ups zijn belangrijk, maar enkel in functie van de restore die ze mogelijk maken. De maximale tijdsspanne tussen de laatste back-up en het incident noemt men het recovery point objective, kortweg RPO.

Bij sommige bedrijven wordt elke dag een back-up gemaakt, bij andere slechts elke week, bij nog andere worden er bijna voortdurend back-ups gemaakt Het spreekt voor zich dat er voor een ‘recovery point’ van een week minder in back-up geïnvesteerd moet worden dan voor omgevingen die continu geback-upt of gerepliceerd worden.

Maar dat moet afgewogen worden tegen de kost van het verlies van de gegevens. Voor zeer bedrijfscruciale systemen, e-commerce shops bijvoorbeeld, zal er ook een ander criterium een rol spelen: de snelheid waarmee men het systeem terug draaiend krijgt.

Dit criterium noemt men het recoverytime-objective: de maximum toegelaten tijd tussen het moment dat het systeem plat gaat en het moment dat het terug operationeel is. Daar gaat disaster recovery dus over: de keuzes die men maakt rond het kopiëren van gegevens en infrastructuur en de snelheid waarmee men de back-ups kan aanwenden om terug tot een operationeel systeem te komen.

Disaster recovery versus business continuity
Disaster recovery is slechts een beperkt onderdeel van business continuity. Bij disaster recovery gaat het er om de hele ICT-infrastructuur zo snel mogelijk terug draaiende te krijgen, terwijl business continuity niet alleen rampen probeert te voorkomen, maar er ook veel algemener voor zorgt dat uw bedrijf zijn kerntaken kan blijven vervullen, ongeacht de omstandigheden.

Waar disaster recovery zich dus concentreert op het technische en materiële gedeelte, gaat business continuity ook over zaken zoals de beschikbaarheid van personeel en kantoorruimte. Maar het kan ook het verlies van een strategische klant of leverancier zijn, of een industrieel geschil waardoor essentiële goederen uw bedrijf niet bereiken.

Of het kan het vertrek van een topmanager zijn, een besmettelijke ziekte, een grootschalige fraude, onethische financiële verrichtingen en nog zo veel meer. Alles wat nodig is om uw organisatie dag in dag uit draaiende te houden, ongeacht de omstandigheden, hoort eigenlijk tot het domein van business continuity. En dat zijn gelukkig vaker gewone omstandigheden dan catastrofes.

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business