ERP is dood

Betekent 2012 het einde van de term ERP? Wij onderzochten de opvallendste trends in ERP, en tonen hoe deze trends bijdragen tot het einde van deze markt.

ERP wordt mobieler
De gemiddelde werknemer wordt steeds mobieler, dus is het logisch dat ook de gemiddelde ERP-software volgt in deze trend. Al blijkt het in vele gevallen nauwelijks meer dan een ineengekrompen of gestripte versie van het basispakket, en wordt er nauwelijks of geen rekening gehouden met de specifieke vereisten van de gebruiker.

Of de vertaalslag wordt wel gemaakt dat alle schermen voor een iPad met aanraking moeten worden bediend, maar dan vergeet men standaard een toetsenbord te voorzien in schermen waar dit wel logischer is.

Bovendien is het één zaak om de software beschikbaar te maken voor mobiele  toestellen, maar nog iets anders om deze lokaal geïnstalleerde software continu in verbinding te houden met de centrale toepassingen en gegevens. “Dan hebt u een server nodig voor de mobiele software en dat verandert het kostenplaatje meteen aanzienlijk”, merkt Guido Kestens, zaakvoerder van Just Software op.

Voor pakketten van enkele duizenden euro"s kan dit dus vlot een verdubbeling van de totaalkosten betekenen. Tenzij uw software en gegevens zich in de cloud bevinden natuurlijk; hier komen we verder op terug. Niettemin heeft de ‘mobilisering’ van software en de toenemende populariteit en vertrouwdheid van apps ook andere gevolgen voor ERP.

Steeds vaker zal de occasionele gebruiker van ERP-software deze functies in apps-vorm afnemen. En dat hoeft niet eens een werknemer van de organisatie in kwestie te zijn: ook  partners, leveranciers en klanten kunnen op die manier rechtstreeks tot de ERP-software en -gegevens toegang krijgen.

Dat leidt onder meer SAP, van oudsher de software voor de happy few, tot boude uitspraken: "Op dit moment gebruiken al een miljard mensen onze software. In 2015 moeten dat er 5 miljard zijn”, aldus Stephane Collin, senior solution architect van SAP. Maar u kunt er van op aan dat, zelfs al blijkt deze voorspelling uit te komen, maximaal enkele procenten weten dat ze van SAP-software gebruikmaken.

ERP wordt business-centric
“Vroeger had een ERP-project een technische focus, nu staat het bedrijf centraal”, meent Stephane Collin, “wij en/of onze partners gaan kijken wat de problemen en behoeften zijn van een bedrijf. We doen dan vooral aan value engineering: het hele project bekijken vanuit een aantal doelstellingen, KPI’s zeg maar, die het bedrijf wil bereiken."

"Dat is de basis voor de oplossing die voor de klant wordt voorzien, en eventueel ook het criterium waarop het succes van ERP wordt afgerekend.”

Mede hierom maakt het woord ERP steeds meer plaats voor de afzonderlijke bouwstenen van een volwaardig ERP-pakket: warehousemanagement, een financiële module, CRM, planningsoftware, enzovoort.

Uiteraard kan een klant nog steeds voor een volledige suite kiezen, maar meestal worden enkele modules gestart als invulling van een concrete behoefte en kunnen later andere modules toegevoegd worden, met de belofte van een vlotte integratie met wat al draait als extra stimulans.

Opvallend genoeg houdt dit ook in dat ERP-software steeds meer als dusdanig wordt gebruikt, zonder aanpassingen aan de bedrijfseigen context. Dat klinkt misschien in tegenspraak met de bedrijfgecentreerde aanpak, maar dat is het eigenlijk niet. ERP-software is immers vaak gebaseerd op best practices, dus op processen die door sectorgenoten met succes worden gebruikt.

Uiteraard is elk bedrijf uniek, maar het merendeel van de processen heeft elk bedrijf van eenzelfde sector wel gemeenschappelijk. Dus loont het meestal ook de moeite om deze processen te overwegen in plaats van de eigen traditionele processen.

Dat was bijvoorbeeld het geval bij Neuhaus: met de modernisering van de software ging ook een modernisering van de processen gepaard, lees: een sterkere afstemming van de bedrijfsprocessen op de software. Een aanpak die niet alleen een betere bedrijfsvoering opleverde, maar ook een onderscheiding van SAP op de voorbije gebruikersdag.

ERP gaat in de cloud
Wat enkele jaren geleden nog als onmogelijk werd bestempeld, begint nu steeds meer vorm te krijgen: ERP-functionaliteit aangeboden als een dienst. Ook SAP blijft geloven in de toekomst van cloud-ERP, ook al is hun eigen invulling hiervan – business by design – al enkele jaren in de pilootfase blijven hangen.

“Maar begin 2013 is het zeker beschikbaar”, belooft Stephane Collin. Intussen zijn al wel enkele SAP-modules als een dienst beschikbaar, zoals Carbon Impact on Demand (een app die uw ecologische voetafdruk berekent) of Travel Expenses on Demand.

Maar de volle ERP-functionaliteit uit een wolk halen blijft voor een bedrijf als SAP een grote uitdaging: “We willen de klant het volledige aanbod kunnen voorschotelen, zowel cloud als on-premise als mobiele toepassingen, maar we willen de klant kunnen blijven garanderen dat al deze opties ook volledig met elkaar geïntegreerd zijn, want dat zal toch steeds ons kwaliteitslabel blijven.”

Maar dus ook hun grootste uitdaging.

Het einde van ERP
Wie bovenstaande bewegingen in de ERP-markt met elkaar in verband brengt, zal er nauwelijks verbaasd om zijn dat de term ERP zijn beste tijd heeft gehad. De topleveranciers worden liefst niet meer met de term ERP geassocieerd omdat het herinneringen oproept aan lange, tijdrovende en vooral op technologie gefocuste projecten.

Terwijl zij net het omgekeerde imago willen uitstralen: modulair, dus sneller implementeerbaar en – vooral – gedreven door de business. “ERP is al lang niet meer over functies en features”, zo verwoordt Harald Wentein, productmanager van Microsoft Dynamics het: “Grotere marges, een betere cashflow, hogere winsten, verbeterde productiviteit en een dieper inzicht in de bedrijfsrealiteit, dat is wat klanten naar ERP drijft.”

Niet te verwonderen dus dat u tevergeefs op zoek gaat naar het woord ERP op de sites van de grootste leveranciers in deze markt. “Nochtans gebruiken we bij Microsoft zelf het woord ERP vaker dan vroeger,” nuanceert Wentein, “maar nog vaker spreken we over geïntegreerde bedrijfsoplossingen.” Tegelijk profileren de leveranciers die traditioneel in de hoek van boekhoudsoftware zaten, zich steeds meer als leverancier van ERP-software.

Vaak gebruiken ze ook ERP als een soort van kwaliteitslabel, als bewijs dat ze meer hebben dan alleen maar een financiële module en dat alles vlot met elkaar is geïntegreerd. Maar of ze nu ERP in het vaandel voeren of niet: voor de klant blijft het om het even.

De zaakvoerder van Vinikus & Lazarus spreekt nog steeds over zijn boekhoudsoftware, ook al doet hij daar intussen veel meer mee dan enkel boekhouden: bestellingen opnemen, de voorraadstatus nakijken enzovoort.

Als de ERP-gebonden functies bovendien steeds meer als apps en in de cloud worden aangeboden, en dus meestal zonder ERP-label, wordt de kans vrij groot dat we volgend jaar al het woord ERP volledig zien verdampen. ERP is dood, leve de geïntegreerde software!

In memoriam
De term ERP gaat intussen al wel enkele jaren mee. Volgens onder meer Wikipedia werd de term gelanceerd in 1990 door onderzoeksbureau Gartner, ter uitbreiding van de term MRP. MRP stond voor material requirements planning of manufacturing resource planning, afhankelijk van de bron.

De term werd gelanceerd ter indicatie dat de software intussen al meer deed dan enkel het plannen van het productieproces: alle aspecten van de bedrijfsvoering kwamen erin aan bod en werden met elkaar geïntegreerd, zodat er idealiter geen eilandjes van informatie of conflicten tussen processen meer mogelijk waren. In de praktijk bleek dit veel moeilijker uitvoerbaar, maar bleken vooral de implementatieprocessen bijzonder stroef en langdurig.

De populariteit van de ERP-software kreeg een boost ten tijde van de Y2K-hetze en de introductie van de euro: omdat vele bedrijven toch toe waren aan een upgrade van hun bestaande financiële software, kozen ze vaak meteen voor een omvattender ERP-pakket. Lange tijd werd ERP vooral met back-officefuncties geassocieerd.

Met de komst van CRM en SCM werd ook de behoefte voelbaar om klant- en leveranciergerichte software te integreren. De nog grotere softwaresuites die zo ontstonden werden vaak ERP II  genoemd. Dit was echter al het begin van het einde, aangezien er toen al verschillende smaken van ERP ontstonden.

De slechte reputatie die ERP kreeg door de vaak lange en soms mislukte implementaties zorgden mee voor de devaluatie van de term. Maar één ding is zeker: de term mag uitgehold zijn en stilaan verdwijnen, de waarden die met ERP worden nagestreefd – procesverbetering, betere integratie en vooral een beter inzicht in de bedrijfsgegevens – blijven brandend actueel.