Ellison stelt Sun-klanten gerust

Zondag, de eerste dag van Oracles gebruikersconferentie Openworld, werd tot Sun-day uitgeroepen. De topmannen van Oracle en Sun doen deze dag hun uiterste best om klanten te overtuigen dat Oracle (dat Sun overneemt) geen producten wil stopzetten.

Het is wat wennen voor de Openworld-habitué: Suns voorzitter Scott McNealy mag de conferentie openen en de eerste keynote sluiten. Tussen die twee momenten krijgen hij en Oracle-CEO Larry Ellison uitgebreid de kans om de bezoekers te overtuigen dat Suns kroonjuwelen niet meteen in de winkeletalage komen.

“Oracle is van plan om meer te investeren in de ontwikkeling van Sparc, Solaris en MySQL dan Sun nu investeert in deze technologieën. En Java blijft ook strategisch voor Oracle, zoals in het verleden al het geval was”, zo verzekert McNealy.

Combinatie Oracle-Sun werkt sneller
Ellison illustreert Oracles geloof in de productlijn van Sun op zijn typische eigen manier: door te beweren dat de Oracle-database op Sun-hardware viermaal sneller werkt dan op IBM-hardware. “Wij bieden tien miljoen dollar aan iedereen, inclusief IBM, die een databasetoepassing vindt die niet minstens dubbel zo snel op Sun-hardware draait als op een IBM-platform.”

Bovendien heb je amper negen Sun-serverracks nodig om de benchmark te breken die IBM met 78 serverracks heeft neergezet, aldus Ellison, wat natuurlijk ook een enorme besparing op energieverbruik inhoudt. “IBM noemt zijn processors Power-chips, nu snappen we waarom.”

Reactie op Sunset
De rechtstreekse aanvallen op IBM zijn een reactie op het zogeheten Sunset-programma dat IBM heeft opgezet om onzekere Sun-klanten een alternatief te bieden met het IBM-aanbod. Volgens Ellison werkt IBM actief mee aan deze onzekerheid, maar dus geheel onterecht.

Ellisons strijdvaardigheid doet McNealy lachen: “Ik merk dat Larry nog veel plezier zal hebben met zijn nieuw speelgoed.”

McNealy eindigt met een min of meer formeel overhandigen van zijn bedrijf aan Oracle: “Sun is in goede handen”, zo verzekert hij zichzelf en het publiek.