Spionageschandaal HP zo goed als afgesloten
De privédetective die in 2006 technologiejournalisten bespioneerde voor HP wordt binnenkort berecht. Daarmee komt er een einde aan het spionageschandaal van HP. Dat meldt nieuwsagentschap The Associated Press.
Privédetective Bryan Wagner bekende in 2007 al dat hij heeft deelgenomen aan HP’s spionage op journalisten van The New York Times, The Wall Street Journal en technologiewebsite CNET. Hij pleitte schuldig voor identiteitsdiefstal en samenzwering.
HP bespioneerde de journalisten in 2006 in een poging om een lek in de raad van bestuur te ontdekken. Hij misleidde werknemers van telefoonbedrijven om de telefoongegevens te krijgen van journalisten, medewerkers van HP en leden van de raad van bestuur.
De zaak draaide uit op een schandaal dat verdeeldheid zaaide in het bedrijf en een onderzoek van het Amerikaanse Congres opleverde. En verontwaardiging bij de pers, niet in het minst bij de betrokken media.
Ook de toenmalige topvrouw van HP, Patricia Dunn, is in 2006 in beschuldiging gesteld. Zij had de opdracht gegeven om detectives in te schakelen. De aanklacht tegen haar is later weer ingetrokken. In totaal werden vijf mensen verdacht van samenzwering en identiteitsdiefstal.
Van alle betrokkenen is Wagner de enige die schuldig heeft gepleit, in de hoop een lichtere straf te krijgen. Een slechte strategie, zo blijkt, want de klachten tegen de vier andere betrokkenen werden ingetrokken.