Justitie wil internetverkeer opslaan
In het raam van de strijd tegen zware criminaliteit en terrorisme wil de minister van Justitie, Stefaan De Clerck (CD&V), internetproviders wettelijk verplichten om informatie over het online gedrag van hun klanten twee jaar op te slaan.
Het voorontwerp van de wet beperkt zich tot de registratie van online activiteiten, de inhoud van de digitale communicatie blijft privé.
Concreet wil het Belgische gerecht een database met daarin het moment waarop iemand verbinding maakt met het net en die weer verbreekt, wanneer en naar wie iemand een e-mail stuurt of online telefoneert en welke computer daarvoor wordt gebruikt. Dat kan via het unieke IP-adres van elk toestel. De gegevens blijven twee jaar opgeslagen.
‘Justitie lijkt te vergeten dat het hier om enorme hoeveelheden gegevens gaat’, reageert Wim Roggeman, voorzitter van de Ispa, de federatie van internetproviders. ‘Ik heb de indruk dat wij ons moeten aanpassen aan het trage tempo van het Belgische gerecht.’
In 2006 vaardigde de Europese Commissie een richtlijn uit die bepaalde dat de lidstaten alle vormen van elektronische communicatie, bijvoorbeeld e-mail, maar ook vaste en mobiele telefonie, moeten registreren en tussen de zes en 24 maanden bewaren. Onze buurlanden slaan dergelijke gegevens maximaal een jaar op. Voor telefonie ligt de bewaartijd in België nu op een jaar.
Roggeman: ‘Justitie schiet met een kanon op een mug en draait de verhoudingen om. Momenteel checken ze hoogstens vier procent van de gegevens die wij gemiddeld zes maanden bewaren. Dit voorstel is buiten alle proportie.’
‘Trouwens, wie slechte bedoelingen heeft, weet best dat zijn internetverkeer wordt opgeslagen en blijft er dus van weg.’
Het duurste aspect van de zaak is niet het stockeren, maar het ontsluiten van de data. Die meerprijs zullen de providers doorrekenen aan hun klanten. ‘Voor niets gaat de zon op. Justitie kan ook zelf die de opslag van die gegevens bekostigen. Hoe dan ook komt de factuur terecht bij de gewone internetgebruiker of burger.’
De Privacycommissie heeft een positief advies afgeleverd voor het voorontwerp van minister De Clerck, zij het onder bepaalde voorwaarden.
Emmanuel Vincart, woordvoerder van de Privacycommissie: ‘Veel providers werken internationaal. Wanneer ze voor het ene land de gegevens een jaar opslaan en voor het andere twee jaar, is dat nauwelijks werkbaar. We moeten dat harmoniseren en onze opslag beperken tot een jaar.’
De voorlopige wettekst wil onder bepaalde omstandigheden een verlenging mogelijk maken. Welke die omstandigheden zijn, blijft voorlopig vaag.
Vincart: ‘Het kabinet-Justitie moet die omstandigheden duidelijker stipuleren. Het parlement moet de wet na een jaar ook grondig evalueren.’
‘Tot slot hebben wij vragen bij de proportionaliteit van dit voorontwerp. Wanneer iemand na drie weken ontsnapping weer wordt ingerekend, heeft het dan zin om zijn internetgedrag twee jaar bij te houden?’
