"De breedbandmarkt gaat naar 90%"

Zijn kantoor is dan wel opvallend klein en sober, Duco Sickinghe staat intussen al acht jaar aan het hoofd van Telenet, een van de belangrijkste telecombedrijven van het land. Sindsdien vertwaalfvoudigde het bedrijf. Maar af en toe klinkt ook kritiek over te weinig concurrentie en duur internet. "Maar denkt u echt dat het er in het buitenland zoveel beter aan toegaat?"

"Tele wie?" Het was een klassieke grap van wijlen John Goossens als de pers de toenmalige topman van Belgacom eind vorig decennium vroeg naar een reactie op de uitbouw van Telenet. Goossens twijfelde zelfs openlijk aan de technische haalbaarheid van die plannen. Vandaag zijn beide bedrijven te duchten concurrenten. En blijkbaar vrij goed bestand tegen de huidige crisis.

Duco Sickinghe: "Geen enkel bedrijf is crisisbestendig. Maar Telenet voorziet in een dagelijkse behoefte van consumenten en bedrijven. Als je bijvoorbeeld geen baan meer zou hebben, is een internetaansluiting hét middel om contact te houden met de wereld. Ook televisie blijft een belangrijk medium. De crisis kan een impact hebben zodra onze klanten hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Maar voorlopig blijven we relatief ongevoelig."

Zowat tweederde van de Belgische gezinnen beschikt vandaag over breedbandinternet. Is die markt niet stilaan verzadigd?
Vlaanderen zit intussen op een breedbandpenetratie van 70%, en loopt daarmee fors voor op Wallonië. In Nederland, waar men de pc voor thuisgebruik veel eerder stimuleerde, zit men al over de 80%. Wij denken dat de markt naar 90% gaat. Met dien verstande dat breedband niet enkel voor de pc bestemd zal zijn, maar ook voor allerlei andere toestellen. Intussen hebben in ons land zowat alle pc’s een internetaansluiting. Als de pc-penetratie in België aan een mooi ritme blijft groeien, zal internet volgen. De kloof met landen zoals Nederland en Denemarken is dus niets om ons zorgen over te maken

Er bestaat wel een prijsverschil. Uit cijfers van de EU blijkt dat de Belg meer dan gemiddeld betaalt voor zijn breedbandaansluiting.
Vijf à zes jaar geleden riep elke politicus dat we moesten werken aan de autosnelweg van het internet. Wij hebben dan ook behoorlijk wat geld geïnvesteerd in veel bandbreedte. Intussen zijn we per megabit wel de goedkoopste. Door het upgraden van de specificaties voor onze breedbandproducten hebben wij eigenlijk de prijs verlaagd. Voor degenen die echt hulpbehoevend zijn, hebben we een supergoedkope instapformule van 13 euro. Ik denk dus dat we breedband wel heel toegankelijk hebben gemaakt.

In realiteit nemen mensen een duurder internetproduct dan nodig. "Ze kiezen een Rolls Royce terwijl een Ford voldoende is", vindt minister Van Quickenborne.
Ik deel die mening niet. Dat is allemaal makkelijk gezegd, maar ik kan u grafieken tonen waaruit blijkt dat onze internetvolumes, deels door de videoachtige toepassingen, geweldig toenemen. Een applicatie als Youtube beperkt zich vandaag niet meer tot de happy few. Wij merken die evolutie aan de achterkant en investeren jaarlijks miljoenen in netwerkcapaciteit. Ik denk ook niet dat wij mensen hebben gevraagd om te veel te betalen en we zijn extreem helder in de positionering van onze producten.
 

In andere landen zijn er ook gewoon meer en sterkere spelers op de markt. Bij ons heerst het duopolie van Belgacom en Telenet, toch?
Denkt u echt dat het er in het buitenland zoveel beter aan toegaat? In Frankrijk, een markt ongeveer zes keer zo groot als de onze, zijn er in realiteit vier bedrijven op de hele markt. In Nederland heeft KPN 90% van de ADSL internetmarkt in handen. Waar is daar de liberalisering? In andere landen is het nog erger. In Italië heb je bijvoorbeeld bijna geen andere keuze dan koper: Telecom Italia. U denkt dat de Belgische situatie van een duopolie een slechte zaak zou zijn. Ik denk dat veel Europese overheden maar hoopten dat ze het hadden.
Ik denk ook dat we in België gewoon gedaan hebben wat men wilde. De overheid wilde met Belgacom natuurlijk een sterk overheidsbedrijf dat Scarlet gewoon mocht kopen. Maar waarom moest iemand (Belgacom, nvdr.) die al 85% van de markt bezat, die 5% ook nog kopen? We hebben het toch maar laten gebeuren. Eigenlijk heeft men het kopernetwerk opnieuw gesloten.

Vooral qua mobiel internet hinken we achterop. Een markt waar u op aast.
Veel zal afhangen van de penetratie voor mobiel internet. Als die laag blijft, is de opportuniteit op papier groter. Als die de komende twee jaar vooruit spurt, al veel minder. De vraag of er nog een extra netwerk nodig is, hangt daarvan af. Het is ook niet enkel de kost van die licentie. Vraag is ook of de overheid de toegang tot de gsm-antennes vergemakkelijkt. Wat met alle bouwvergunningen voor een paar duizend masten? Ik twijfel er ook niet aan dat onze concurrenten dat proces zo moeilijk mogelijk zullen maken.

Uit cijfers in dit jaarboek blijkt dat jullie, met een marktaandeel van 30% in Vlaanderen, de enige echte Belgacom-challenger zijn. Terwijl slechts 10% van jullie omzet uit de zakelijke markt komt.
Ons marktaandeel is het grootst op de residentiële markt en bij de kleinere bedrijven. We focussen almaar meer op de kmo-markt, omdat we dat ook beter kunnen. Met de volgende kabelstandaard, Eurodocsis 3.0, kunnen we tegen begin volgend jaar elke klant van snelle toegang voorzien met servicegaranties op coax. Terwijl dat vroeger enkel voor glasvezel kon. Onze grootste barrière was altijd de traditionele telefooncentrale, maar in tijden van IP komt ook gewoon een IP-centrale in aanmerking. We merken wel dat bedrijven nog huiverig staan ten aanzien voor de zogenaamde hosted oplossingen. Ze willen toch graag het kastje in huis. Bij technologie spelen nu eenmaal niet-technische aspecten een belangrijke rol.

U staat intussen acht jaar aan het hoofd van Telenet. Heeft u tip voor jonge technologiebedrijven?
Toen ik kwam was Telenet wel een bedrijf van honderd miljoen euro per jaar. Dat is niet niks. Vandaag zijn we twaalf keer zo groot. Het is een zaak van mensen en het opbouwen van een goed team. Wendbaarheid is een andere vereiste. Je kan op maandagmorgen een beslissing nemen, om die ‘s avonds, op basis van nieuwe cijfers, te moeten herzien. Dat is heel vermoeiend voor een ondernemer, maar de technologiemarkt evolueert voortdurend. Sommige standaarden of evoluties winnen niet. En dan moet je ingrijpen.
 

Uw business model staat nu toch voor jaren vast: digitale televisie, telefoon en internet?
Correct, maar daarbinnen blijft het bewegen. We zien televisie via internet komen. Telefonie heeft flat rates, wat we een paar jaar geleden ook niet konden inschatten. Onze internetklanten vonden eerst snelheid het belangrijkst, en daarna volume. Maar vandaag eigenlijk vooral bescherming, via antispam en antivirus. De klant waardeert je product nu dus anders dan drie of zes jaar geleden. Kijk naar wifi. Dat blijkt niet simpel om apart te verkopen, daarom bieden we dat nu ook in combinatie sommige andere producten. Al blijft eenmalig gebruik van hotspots door reizigers nog wel de belangrijkste klantenbasis. Het is ook absoluut onze ambitie om onze klanten in het buitenland een laagdrempelige internettoegang te bieden

U zei onlangs in een kranteninterview: gelukkig wist ik toen niet waar ik aan begon. Nu is dat een vreemd statement voor iemand die voor miljoenen euro’s aandelenopties verzilverde.
Dat klopt, maar de echte motivatie zit erin of je elke dag zin hebt om naar kantoor te gaan. Die opties heb je dan wel verworven, maar die liggen de hele tijd ergens op je hoedenplank. Daar sta je niet mee op. Die opties waren mij ook niet toegezegd toen ik naar hier kwam. Ik kon in die tijd ook onmogelijk door de businessplannen heen kijken. Er lagen veel bedreigingen, die we toen zelfs nog niet konden inschatten. Maar het leek mij een leuk bedrijf. Vaak neem je in je carrière beslissingen op basis van intuitieve redenen. Ook al waren de omstandigheden eerst niet ideaal. Je kunt ook veel beter beginnen bij een bedrijf dat het heel moeilijk heeft, dan is je upside veel groter. Als je ergens gaat werken waar alles goed gaat, dan je weet nooit waar de volgende etappe ligt. Dan wordt het al snel een moeilijk verhaal.