De enterprise architect leidt alles in goede banen
De voorbije jaren, maar vooral in 2008, werd de functie van ‘enterprise architect’ bijna even vanzelfsprekend als die van ERP-projectleider. Die eerste staat in voor de uitbouw van een volledige bedrijfsarchitectuur vooraleer hij overgaat tot de strategische impact daarvan op het beheer van de bedrijfsinformatie. En dus is, net zoals bij ERP-megaprojecten, de zogenoemde eerste fase van enterprise architecture (EA) tijd- en geldverslindend. Dat project brengt zoveel wijzigingen met zich mee, dat men verplicht is om ofwel meer te investeren ofwel de bloeding te stoppen.
Sommige ondernemingen hebben het draagvlak verkleind om die kosten te beperken zonder de basisidee te verloochenen. De focus van de architecten wordt dan verlegd naar soms zelfs enkel de strategische projecten. Maar daardoor verdwijnt het totaalbeeld en de afstemming (‘alignment’) met de business uit de objectieven van de enterprise architect.
Ten gevolge van de huidige crisis krijgt de EA steeds minder tijd om zijn activiteiten in waarde om te zetten. Nochtans hebben we in de laatste maanden van 2008 enkele EA-teams hun strategische positionering zien behouden en zelfs verstevigen. In alle geobserveerde gevallen was de strategie dezelfde. De typische stappen zijn de alignering van business en IT, de extreme vereenvoudiging van systemen en standaarden, en parallel daarmee de ontwikkeling van een technologische maturiteit bij de eindgebruikers.
De strategiespecialisten praten veel over de afstemming van de IT op de business. Hoe komt het toch dat IT steeds een eigen leven lijkt te leiden? Willen of niet, het informatiesysteem vormt een essentieel deel van de bedrijfsstrategie. In 2009 zullen de bedrijven die hun enterprise architects hebben gebruikt om hun IT-strategie binnen de businessstrategie uit te werken, boven de rest uitsteken. Geen sprake meer van afstemming van IT op de business of van aanpassing van de business aan de technologie.
2009 belooft een jaar te worden waarin vooral naar kostencontrole en -beperking wordt gekeken. De bedrijven die dat het handigst doen, zijn zij die de IT-kosten verminderen zonder daarom minder efficiënt te worden. De EA is perfect geplaatst, onder meer door zijn departementoverschrijdende functie, om diensten en standaarden te structureren, te vereenvoudigen en te verminderen en om een grotere en minder belastende delegatie van taken te bereiken.
Als we in 2009 over ‘alignment’ willen spreken, kijken we best ook eens naar de technologische maturiteit van de eindgebruikers in de onderneming. De IT-strategie moet daarop afgestemd worden, alsook de systemen die men hen gaat voorschotelen. De technologische en functionele complexiteit en het aantal wijzigingen zijn belangrijke parameters, waaraan best ook nog het bredere inzicht in het proces toegevoegd wordt. Al te vaak wordt de invoering van een informatiebeheersysteem enkel ondersteund door een functionele opleiding.
Niemand vraagt zich af of de gebruikers op technologisch en technisch vlak wel mee zijn. En er wordt ook niet gekeken naar de kennis van de eindgebruiker of het gemak waarmee die zijn rol in het nieuwe bedrijfsproces opneemt. Ook daar is in 2009 een rol voor de EA weggelegd: het auditeren en aanpassen van de kennis en vertrouwdheid van de eindgebruiker. 2009 is dus het jaar waarin de EA nieuwe kansen kan grijpen.
