SOA als veranderingsmotor in – en van – de business
Vroeger, toen ik aan de integratie van businessconcepten in de IT-omgeving werkte, was ik erg geïnteresseerd in object-oriented (OO) technologie. Binnen de IT begonnen de gesprekken over architectuur te gaan en ik was ervan overtuigd dat ik de steen der wijzen in handen had.
Met de OO-technologie zou de business al zijn objecten, processen en functies in een IT-taal kunnen beschrijven. Dat moest normaliter leiden tot een transformatie van de manier waarop de business naar zijn ontwikkeling, flexibiliteit en aanpasbaarheid keek. Later moest ik jammer genoeg vaststellen dat de business het concept ‘object oriented’ nooit heeft omarmd. En toch vind je tegenwoordig nauwelijks nog een onderneming die OO-technologie niét gebruikt voor een groot deel van zijn interne IT-ontwikkelingen.
Momenteel bevinden we ons in de SOA-golf. Gartner heeft al uitvoerig aangetoond dat elke nieuwe technologie door een ‘dal van ontgoocheling’ moet voor ze volwassen wordt. Ik vraag me af of we niet opnieuw in een cyclus zitten van een architectuur die perfect werkt, maar enkel in de IT-afdeling wordt aangewend. We merken het al in de vele artikels van de gespecialiseerde pers en in de blogs: de geslaagde SOA-initiatieven zijn schaars of enkel het resultaat van een overijverige IT-afdeling.
Net zoals de OO-technologie destijds kan de SOA-visie enkel worden gerealiseerd door de integratie van het concept als leidend principe in de bedrijfsstrategie. In die context vervult IT slechts een faciliterende rol. Maar om tot die verdienstelijke cyclus door te stoten, moet de business overtuigd raken van de toegevoegde waarde van een verhoogde flexibiliteit en aanpasbaarheid van de processen.
Het is aan de business om de diensten te beschrijven die ze nodig hebben, want zij alleen kunnen de grenzen en de granulariteit van elke dienst vastleggen.
Om dat pad af te leggen, moet u over een team beschikken dat het hele bedrijf en al zijn divisies omspant, een team dat zich vooral in de business bevindt, maar zich perfect bewust is van de mogelijkheden en (technische) eigenschappen van een SOA-architectuur. Dat is typisch de rol van enterprise architects, maar die zijn al te vaak geïntegreerd in de IT-afdeling. Het wordt tijd om hen uit de IT-afdeling te halen en bij de business te trekken.
We moeten ten strijde tegen de visie van IT op de onderneming als een verzameling toepassingen. Er zijn duidelijk veel voordelen te putten uit een service-gerichte architectuur, maar daarvoor moet je midden in de business staan en de processen tegelijk als gebruiker en als leverancier van de diensten kunnen beschrijven. Die ‘high-level’ benadering verschilt enorm van de visie op SOA als een nieuw kleedje voor legacy-toepassingen met het oog op het hergebruik ervan. Het is een veeleisender benadering, maar de toegevoegde waarde voor de business is dan ook niet te onderschatten. De SOA-benadering binnen een onderneming moet een beslissing zijn van het management. Als je dat aan IT overlaat, bega je een zware governance-fout waardoor het strategisch en financieel potentieel van SOA drastisch beperkt wordt.
Vroeger, toen ik aan de integratie van businessconcepten in de IT-omgeving werkte, was ik erg geïnteresseerd in object-oriented (OO) technologie. Binnen de IT begonnen de gesprekken over architectuur te gaan en ik was ervan overtuigd dat ik de steen der wijzen in handen had.
