Blog

Over spim en spam

Op 5 september heeft een rechtbank in het Amerikaanse Virginia in hoger beroep de veroordeling tot negen jaar cel van de notoire spammer Jeremy Jaynes bevestigd. Hoewel er bij mijn weten in Europa nog geen celstraffen werden uitgesproken voor het verzenden van spam, zijn er toch al enkele significante boetes uitgesproken. Omdat ook in België aanzienlijke boetes kunnen worden opgelegd voor het overtreden van de regels omtrent ongevraagde elektronische reclame past het om kort even de regels rond ongevraagde elektronische communicatie in herinnering te brengen.

De anti-spamwetgeving verbiedt het ongevraagd toesturen van reclame via ‘elektronische post’. Hoewel dit op het eerste gezicht anders zou lijken, is elektronische post niet beperkt tot traditionele e-mails: het omvat alle tekst-, spraak-, geluids- of beeldberichten die verzonden worden over een openbaar communicatienetwerk. Concreet vallen dus óók ongevraagde berichtjes via SMS, MMS, instant messaging (spim), IRC, videochat en voice-over-ip onder de reglementering.

Maar als de berichten verstuurd worden via een niet-publiek communicatienetwerk, bijvoorbeeld een bedrijfsnetwerk of netwerk in een studentenhuis los van het internet, zal de wetgeving niet van toepassing zijn. Allicht kan in dezelfde lijn ook geargumenteerd worden dat BlueSpam (spam via Bluetooth) niet onder de wetgeving valt, omdat het daar om one-to-one verbindingen gaat zonder onderliggend netwerk. Vooraleer reclame -het promoten van een persoon, onderneming of organisatie met een commerciële activiteit of gereglementeerd beroep- kan worden verzonden, dient de vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de geadresseerde te worden bekomen.

Het volstaat daarbij niet dat een verkoper ergens diep verscholen in zijn algemene voorwaarden bepaalt dat hij reclameberichten mag sturen naar de klant. Evenmin is het toegelaten om de toestemming af te dwingen, bijvoorbeeld als voorwaarde voor het downloaden van bepaalde software. Een vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming vereist integendeel dat iemand welbewust en in alle vrije wil toestemt om reclame te ontvangen, bijvoorbeeld door een typisch aankruisvakje met begeleidende tekst aan te vinken. Omdat de toestemming vooraf bekomen moet worden, zal ze trouwens via een ander kanaal dan e-mail moeten worden verkregen, bijvoorbeeld via een papieren folder of website. Een aantal vormen van virale marketing zullen niet door de beugel kunnen. Zelfs als iemand welbewust en in alle vrije wil het emailadres of telefoonnummer van familieleden of vrienden doorgeeft aan een spammer, zal de wetgeving van toepassing zijn omdat de uiteindelijke bestemmeling niet heeft toegestemd.

De wet vereist trouwens geen bepaalde hoedanigheid van de verzender: ook indien een particulier reclameberichten verzendt, is de spamwetgeving strikt gezien van toepassing. Een reden te meer dus om afdoende anti-virus software en een firewall te installeren om te vermijden dat men ten prooi valt aan malware die iemands pc misbruikt om stiekem spam te versturen.

De spamwetgeving bevat slechts één uitzondering. Het is namelijk nog steeds toegelaten om reclameberichten te verzenden naar onpersoonlijke elektronische adressen van rechtspersonen (bijvoorbeeld info@bedrijf. com of sales@bedrijf.be) tenminste voorzover het gaat om bedrijfsreclame en niet om reclame bedoeld voor particulieren. Tevens mag men nog elektronische reclame sturen naar bestaande klanten, maar dan enkel in verband met producten of diensten die gelijkaardig zijn aan reeds voorheen verkochte producten of geleverde diensten. Zelfs wanneer de toestemming werd bekomen, moet de ontvanger middelen aangereikt krijgen om op elk moment zijn toestemming weer in te trekken. Verder moet het duidelijk zijn wie de verzender van een bericht is, en moet het even duidelijk zijn dat een bepaald bericht als zodanig reclame is, bijvoorbeeld door de vermelding van het opschrift ‘reclame’.

Dat is de wet, de toepassing ervan in de praktijk blijkt echter vaak tekort te schieten, zoals we allemaal dagelijks mogen ervaren

Patrick Van Eecke is advocaat gespecialiseerd in IT-recht bij DLA Piper. Hij doceert tevens IT-recht aan Queen Mary University, London en aan de Universiteit Antwerpen.

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Ga jij apps uit alternatieve appstores installeren?

  • Nee, App Store of Play Store is goed genoeg (57%, 109 Votes)
  • Alleen als ik een app écht nodig heb (29%, 56 Votes)
  • Ja, ik wil apps van andere bronnen installeren (14%, 27 Votes)

Aantal stemmen: 194

Laden ... Laden ...
69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business