Blog

De elegante overbodigheid van Windows 7

 

Het heeft acht jaar ontwikkelwerk gekost van duizenden van de allerbeste programmeurs ter wereld. Maar uiteindelijk is Microsoft dus van Windows XP tot Windows 7 geraakt.

Het heeft acht jaar ontwikkelwerk gekost van duizenden van de allerbeste programmeurs ter wereld. Maar uiteindelijk is Microsoft dus van Windows XP tot Windows 7 geraakt.

En het resultaat mag er zijn. Op mijn nog vrij nieuwe Dell desktop met quad core chip en een groot, breed scherm, is het gewoon heerlijk om mee te werken. (Jaren geleden dat ik nog zoiets heb beweerd van een stuk pc-software. En dan nog van Microsoft!)

Wat een verschil met mijn uitrusting op kantoor: een dual core systeempje met Windows XP erop, een claustrofobisch schermpje en – horror! – geen admin rechten.

Toch draait op beide pc’s een min of meer recente versie van Office en van Internet Explorer. Dus voor wat betreft mijn productiviteit, is het lood om oud ijzer. Hoe graag ik ook het tegendeel zou willen beweren, als mijn werkgever mij straks zo’n mooie Windows 7 machine koopt dan ga ik niet sneller of beter werken.

Of laat ik het anders formuleren: Windows 7 is mooi maar nutteloos. Tenminste, voor IT-departementen.

Een deugdelijk besturingssysteem ontwikkelen voor een complexe, bedrijfskritieke IT-omgeving met veeleisende kenniswerkers, het is een hele opdracht. Ik denk dat Microsoft de klus min of meer geklaard heeft met Windows XP, SP2 uit 2004. (NT 4.0 mocht er ook al best zijn.)

Wat sindsdien is ontwikkeld, heeft maar een zeer beperkte meerwaarde. De “eye candy” kan het comfort verhogen. Maar enkele van de meest opvallende veranderingen zorgen eerder voor verwarring en overlast. Zoals het feit dat je persoonlijke documentfolders en een aantal belangrijke systeemfuncties een paar keer van plaats veranderd zijn in de menustructuur en op de harde schijf.

Nee, dan was Microsoft beter in 2004 gestopt met het verder ontwikkelen van een client OS voor bedrijfscomputers. En had het die duizenden ontwikkelaars sindsdien op een andere opdracht kunnen zetten. Ik kan er wel een paar verzinnen. En IT-afdelingen hadden dan ook andere varkentjes kunnen wassen, in plaats van migraties door te duwen, compatibiliteitsproblemen op te lossen en opleidingen te betalen.

Natuurlijk, de consumentenmarkt werkt volgens een heel andere logica. Voor die markt is er best elk jaar iets nieuws, en dat juich ik absoluut toe. Maar in de bedrijfswereld is dat nergens goed voor – dus waarom accepteren wij zomaar dat onze belangrijkste software-leverancier ons dat aandoet?

 

 

Wel, bijvoorbeeld omdat we geen alternatief hebben. De open source wereld doet het op dat vlak namelijk geen haar beter. Integendeel, desktop Linux is een bewegend doelwit. Telkens wanneer een bepaalde leverancier een significant marktaandeel bereikt, is die specifieke Linux-variant opeens niet cool meer. Tegenwoordig is Ubuntu de smaak van de week, maar hoe lang duurt dat nog? Tot maker Canonical bijna klaar is met de uitrol van een ernstig wereldwijd supportnetwerk, schat ik. En dan begint het hele spelletje weer van voren af aan. (Terzijde: Ubuntu op mijn Asus Eee netbook is ook een opvallend plezier om te installeren en om mee te werken, wat mij betreft mag dit nog even de Linux desktop van het moment blijven).

Nee, een stabiel desktop OS voor het bedrijfsnetwerk – en met stabiel bedoel ik dan vooral, “werkt goed, blijft een tijdje hetzelfde en wordt in die vorm ook op langere termijn ondersteund” – dat lijkt een onrealistische droom te zijn. Waarom eigenlijk?
 

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business